Twintig jaar cel voor dader moorden Loosduinen
Het gerechtshof in Den Haag heeft donderdag de 53-jarige Hagenaar Kobus R. in hoger beroep tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld. Het hof acht hem schuldig aan het medeplegen van moord op twee mannen, van wie de lichamen op 14 mei 2000 in een parkeergarage in de wijk Loosduinen in Den Haag werden aangetroffen.
De zoon van Kobus R., de 32-jarige Tommix, kreeg twaalf jaar celstraf opgelegd wegens het medeplegen van moord. De advocaat-generaal eiste twee weken geleden levenslang tegen de vader en twintig jaar gevangenisstraf tegen de zoon. Dit wegens de dubbele moord, het in brand steken van de auto waarin de moorden werden gepleegd en vrijheidsberoving van een prostituee op een andere datum.
De slachtoffers Alan Roos en Daan de Blok (22 en 31 jaar) werden na een avondje stappen met pistoolschoten om het leven gebracht in de Haagse wijk Loosduinen. Hun lijken werden in de vroege ochtend van 14 mei 2000 in een parkeergarage door twee omwonenden gevonden. Die waren wakker geworden door de schoten, waarna ze de lijken in enorme plassen bloed aantroffen.
Het gerechtshof heeft vastgesteld dat Kobus R. vanaf de achterbank van zijn auto Roos en De Blok in het hoofd heeft geschoten. De lichamen werden in een parkeergarage uit de auto gesleept. Nadat zoon Tommix, de bestuurder van de Ford Sierra, had geconstateerd dat een van de slachtoffers nog bewoog, loste vader Kobus nog enkele genadeschoten.
De rechtbank in Den Haag veroordeelde vader en zoon R. vorig jaar tot achttien en veertien jaar celstraf. De rechtbank achtte het niet bewezen dat de twee van tevoren plannen hadden beraamd om Roos en De Blok om het leven te brengen. Daardoor was er in de optiek van de rechtbank geen sprake van moord, en konden de geëiste levenslange gevangenisstraffen dus niet worden opgelegd. Het gerechtshof oordeelde dat het medeplegen van moord wel degelijk wettig en overtuigend is bewezen.
Het hof rekent het Kobus R. zwaar aan dat hij nog altijd geen opheldering heeft gegeven over het motief voor de moorden, ondanks onder meer dringende oproepen van de nabestaanden. Zijn straf viel ook hoger uit omdat hij geen verantwoordelijkheid neemt voor de ernstige misdrijven die hij heeft gepleegd. Het hof gaf geen levenslang omdat het meent dat de man uit het oogpunt van humaniteit perspectief moet hebben op een uiteindelijke terugkeer in de maatschappij.
Het gerechtshof gaf de zoon een lagere gevangenisstraf dan de rechtbank omdat hij in tegenstelling tot zijn vader wel verklaringen over de zaak heeft afgelegd. Verder gelden het feit dat dat hij niet zelf heeft geschoten en dat hij gevoelens van spijt heeft getoond als strafverlichtende redenen.
Kobus R. tekent cassatie aan tegen het vonnis van het gerechtshof. „Hij heeft altijd ontkend dat hij de feiten heeft gepleegd”, aldus zijn raadsman B. Martens. „En daar blijft hij bij.” De advocaat verwacht dat het ongeveer negen maanden zal duren voordat duidelijk is of de Hoge Raad het cassatieverzoek verwerpt, of dat het hoogste rechtscollege de zaak terugverwijst naar een ander hof.
De raadsman van Tommix R. weet nog niet of zijn cliënt cassatie instelt tegen het vonnis van het gerechtshof. Hij verwacht daarover meer duidelijkheid te krijgen na een gesprek in de komende week. Het Openbaar Ministerie gaat hoogstwaarschijnlijk niet in cassatie.