Binnenland

Iets meer Nederlanders in buitenlandse cel

4 December 2007 19:35Gewijzigd op 14 November 2020 05:20
Het aantal Nederlanders dat in het buitenland in de gevangenis zit, is tussen januari 2006 en begin november dit jaar toegenomen van 2529 tot 2635. Dat blijkt uit een brief die minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gest
Het aantal Nederlanders dat in het buitenland in de gevangenis zit, is tussen januari 2006 en begin november dit jaar toegenomen van 2529 tot 2635. Dat blijkt uit een brief die minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gest

DEN HAAG (ANP) – Het aantal Nederlanders dat in het buitenland in de gevangenis zit, is tussen januari 2006 en begin november dit jaar toegenomen van 2529 tot 2635. Dat blijkt uit een brief die minister Verhagen (Buitenlandse Zaken) dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Nog steeds zitten de meesten (ruim 85 procent) vast voor drugsgerelateerde delicten. Niet alleen in Latijns–Amerikaanse of Aziatische landen zitten Nederlanders opgesloten wegens drugs. In Madrid zaten op 2 november 249 van de 282 gedetineerde Nederlanders om die reden achter tralies.
In Parijs ging het om 196 van de 235 opgesloten Nederlanders, in Brussel is meer dan de helft van de 79 Nederlanders in de cel opgesloten in verband met drugs. In Düsseldorf gaat het om 131 van de 213 gedetineerden, in Londen 108 van de 120.

Verhagen heeft besloten de maandelijkse vergoeding van 30 euro per gedetineerde niet aan te passen. De Algemene Rekenkamer adviseerde een jaar geleden om de „gift” aan te passen aan de lokale koopkracht. Maar dat is, zo blijkt volgens Verhagen uit onderzoek, te ingewikkeld en duur. Hij handhaaft de regeling.

Het argument dat het geld soms te weinig is om in het levensonderhoud te voorzien en in andere gevallen leidt tot bedreiging en afpersing wijst hij van de hand. Afpersing blijkt mee te vallen. Als het gebeurt heeft het te maken met bezit van drugs of andere waardevolle zaken. En de gift is niet bedoeld om in het levensonderhoud van de gedetineerde te voorzien.

In de brief geeft de minister ook aan dat de afspraken over bezoeken van de Nederlandse ambassades of consulaten aan gedetineerden verder zijn aangepast. De frequentie van minimaal twee en maximaal twaalf keer per jaar afhankelijk van de situatie en omstandigheden van de gedetineerde blijft bestaan.

De Nederlandse posten mogen ook vrijwilligers van de stichting Epafras of Reclassering Nederland inschakelen. Als bezoek niet mogelijk is, mag een post ook telefonisch contact houden. Desondanks sluit de minister niet uit dat hij voor het uitvoeren van de regeling meer ambassadepersoneel nodig heeft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer