Het onderzoek richt zich op diverse gebruikers van computerspelletjes, onder wie ouderen en gezinnen met kinderen. Het nieuwe laboratorium kent drie ruimtes: een woonkamer en een studeerkamer voor de zogeheten gamers en een controle/observatiekamer voor de onderzoekers.Computerspelletjes zijn enorm populair, maar volgens de TU/e is er nog veel onzekerheid over de mogelijke effecten op mensen. Beter inzicht in ’gamebeleving’ kan bijdragen aan toepassingen van computerspellen voor onderwijs, training en gezondheidszorg.

Enkele honderden proefpersonen vullen een vragenlijst in en zullen in het laboratorium computerspelletjes spelen. Onder het toetsenbord, de muis en stoelpoten worden sensoren aangebracht. Die meten onder meer de frustratie, interesse en verveling van een gamer. Ook wordt de huidweerstand en hartslag gecontroleerd om de opwinding en aard van emoties te doorgronden.

Het onderzoek duurt ruim twee jaar en maakt deel uit van een internationaal project waaraan een aantal Europese universiteiten en onderzoeksbureaus deelnemen.