Haagsch Lofje van Sola is onverslijtbaar
ZEIST - Water en vuur was het tachtig jaar geleden tussen de werknemers van de bestekfabrikanten Gero en Sola. Tijdens potjes bedrijfsvoetbal of in de bussen op weg naar het werk draaide het altijd op vechten uit. Gero ging failliet en verdween uit Zeist, Sola bleef. En hoe: de zaken van het in 1922 opgerichte familiebedrijf nemen letterlijk en figuurlijk een hoge vlucht.
Automobilisten die vanaf de A28 Zeist binnenrijden, komen over het Geroplein. Een heenwijzing naar de tijd dat Zeist niet minder dan drie bestekfabrikanten telde. Alleen Sola staat nog op eigen benen. De andere twee zetelen inmiddels in Zoetermeer en vallen onder de paraplu van Kempen & Begeer. De stekeligheden tussen Sola en Gero zijn echter nog niet verdwenen.De oorsprong van de vete ligt in de directies van beide bedrijven. M. J. Gerritsen richt in 1909 Gero op. Na een ruzie met zijn compagnon verlaat de directeur Gero noodgedwongen. In 1922 opent hij een nieuwe fabriek. Om zijn concurrent een hak te zetten, probeert Gerritsen de naam Gerowee (Gero o wee) in te voeren. Dat wordt hem verboden. Aan Sola, afkomstig van het Franse soleil, kleven geen bezwaren.
Kleinzoon Bert Gerritsen, de huidige directeur, proeft tot op de dag van vandaag nog steeds een vijandige sfeer. „Een aantal jaren geleden heb ik bij Van Kempen & Begeer gesprekken gevoerd om deze over te nemen. Daar is echter geen sprake van. De relatie is nog steeds slecht.”
De bestek- en pannenfabrikant Sola richt zich zowel op studenten die weinig te besteden hebben als op consumenten die zich een zilveren cassette van zo’n 7000 euro kunnen veroorloven. In de winkel -gevestigd in de oude fabriek- ziet Gerritsen jonge stelletjes, maar ook steeds meer ouderen langskomen. „Als de kinderen de deur uit zijn, willen de ouders graag iets nieuws op tafel. De tijd dat mensen hun hele leven met een cassette deden, is voorbij.”
Modellen als Haagsch Lofje en Hollands Glad gaan al sinds de oprichting van Sola mee. De klassieke series zijn nog steeds gewild. Wel brengt de Zeister fabrikant veel vaker dan vroeger een nieuwe collectie op de markt. „Mijn vader presenteerde ongeveer één keer in de vijf jaar een ander model, wij komen gemiddeld vier keer per jaar met iets nieuws. In totaal bieden we zo’n 25 soorten bestek en een collectie van vijftien pannenseries aan.”
De laatste jaren maakt het bedrijf een stormachtige groei door. In 2006 bedroeg de omzet 12 miljoen euro, dit jaar hoopt Gerritsen op 16 miljoen uit te komen. Ongeveer de helft van de omzet haalt Sola uit de Nederlandse markt. De introductie van fabriekswinkels vier jaar geleden droeg daar een forse steen aan bij.
Gerritsen merkte steeds vaker dat adverteren weinig zin had. De detaillisten waar de klanten naartoe konden, beschikten slechts over een beperkt assortiment artikelen van de Zeister fabrikant. Daarom besloot Sola franchisenemers aan te trekken. Inmiddels zijn er elf fabriekswinkels. Over twee jaar moeten dat er dertig zijn.
In het buitenland krijgt de fabrikant steeds meer voet aan grond in de hotelbranche. Met name hotelketens in landen als Dubai, de Filipijnen, Vietnam en Singapore nemen steeds grotere voorraden af.
Sinds kort is de leverancier van pannen en bestek ook actief in de wereld van de cruisemaatschappijen. De eerste forse order is al binnen. Carnival Cruise -met tachtig schepen geen kleine jongen- is overstag. „Het bestek dat we aan hen leveren, ziet er heel anders uit dan dat voor de Nederlandse markt. Het is vooral veel forser. Als het schip schommelt, moet het wel op tafel blijven liggen.”
In de luchtvaartbranche is de Zeister fabrikant een speler van wereldformaat. Onder de naam Sola Airline Cutlery levert Sola aan zo’n zeventig luchtvaartmaatschappijen. KLM, British Airways, Singapore Airlines, Air France, American Airlines, Gerritsen somt moeiteloos een reeks bekende namen op. Het bestek wordt met containers tegelijk bij de maatschappijen afgeleverd. „Zeker op vluchten naar Afrika verdwijnt veel bestek. Passagiers steken het stiekem in hun zak.”
In de naoorlogse jaren werkten er in de fabriek 750 werknemers. Nu lopen er dertig personeelsleden rond. Daarvan zijn er vier zilversmid. Zij maken de zilveren cassettes. De rest van de productie vindt voornamelijk plaats in landen als Vietnam, Indonesië en China. „We betrekken onze pannen en bestek uit het Verre Oosten, maar we leveren ook steeds vaker aan die regio.”