Brand bij moskee niet tegen islam gericht
DEN HAAG - Het openbaar ministerie gaat ervan uit dat de voordeur van de Islamitische Culturele Afghaanse Vereniging in Den Haag op 18 september niet vanuit een anti-islamitisch motief is aangestoken.
Maandag stond bij de Haagse rechtbank een 23-jarige verdachte terecht voor deze brandstichting.De Hagenaar woont tegenover de moskee. Hij zou uit verveling samen met twee minderjarige jongens uit de buurt oude stukken tapijt hebben aangestoken voor de deur van de moskee, waarbij de vlammen metershoog oplaaiden. De politie achtte de situatie zo gevaarlijk dat de bewoners de flat die avond moesten verlaten. De uiteindelijke schade bleef beperkt.
De Hagenaar, die tijdens de strafzitting een rozenkrans om zijn nek droeg, zei dat hij niet eens wist van het bestaan van de moskee tegenover zijn flat. Het OM gaat ervan uit dat de verdachten het inderdaad niet speciaal op de moskee hadden gemunt.
Het OM eiste vijftien maanden gevangenisstraf waarvan vijf voorwaardelijk tegen de Hagenaar. De minderjarige medeverdachten zullen zich op 30 januari voor de kinderrechter verantwoorden.
De raadsman van de Hagenaar vroeg de rechtbank vergeefs om vrijlating uit voorarrest. De rechtbank besloot dat de verdachte vast moet blijven zitten, in ieder geval tot 17 december. Dan zal de rechtbank uitspraak doen.