De vluchtelingen hopen dat ze dankzij de verbeterde veiligheidssituatie in Irak voorgoed in hun thuisland kunnen blijven. Een groot aantal vluchtelingen aan boord van de twintig Syrische bussen die de Irakezen naar de Iraakse grens brachten, zwaaide met Iraakse vlaggen. De vluchtelingen worden bij de grens opgehaald door bussen uit Bagdad. Verwacht wordt dat het konvooi, het eerste dat op kosten van de Iraakse overheid wordt georganiseerd, woensdag rond 10.00 uur plaatselijke tijd zou aankomen in de Bagdadse wijken Salhiya en Mansour.De eerste bus vertrok dinsdagmiddag vanuit een wijk in het zuiden van Damascus, waar sinds de Amerikaanse inval in Irak in 2003 duizenden Iraakse vluchtelingen wonen. Uren voor het vertrek stond het marktplein vol met Irakezen en hun bezittingen. „O Bagdad, u overwint”, riepen sommigen vluchtelingen. „Ik mis mijn land erg”, zei de 55-jarige Ikram Jawd, die al acht maanden in Syrië is.

Khaled Ibrahim, afkomstig uit Centraal-Bagdad, zei dat zijn heimwee naar Irak na een jaar in Syrië zo sterk was dat toen hij hoorde dat het veiliger was geworden in Irak, hij een poging wilde wagen om naar huis terug te keren. „Als ik ontdek dat de situatie niet stabiel is, kom ik terug” naar Syrië, zei Ibrahim, die samen met zijn vrouw, drie zoons en twee dochters op weg was. Zijn oudste zoon Abdullah (13) hielp met het inladen van de bagage van de familie. „Ik zal in Bagdad naar school gaan en ik ben niet bang voor aanslagen”, zei hij.

De Iraakse overheid biedt vluchtelingen die willen terugkeren naar hun thuisland gratis konvooien en zelfs vliegtickets aan, mede om buurland Syrië te ontlasten. Volgens Adnan al-Shourifi, een medewerker van de Iraakse ambassade in Damascus, is het eerste konvooi een test.

In Syrië verblijven naar schatting 1,5 miljoen Iraakse vluchtelingen, het hoogste aantal in de regio. Syrië zegt dat het de visumrestricties heeft ingesteld wegens de enorme druk op onderwijs, gezondheidszorg en huisvesting door de grote aantallen vluchtelingen. De regering schat de kosten van hun verblijf op ruim één miljard euro per jaar.