Charles de Wolff
Onlangs verscheen de vierde, uitstekend gedocumenteerde cd met historische opnamen van Charles de Wolff. Op enkele eigenzinnige klavierwisselingen na brengt De Wolff Bachs grote Praeludium und fuge e-moll (BWV 548) als ’pure’, objectieve Bach.

Met het hoge tempo en de puntige articulatie van het hoofdthema accentueert hij de energie van het stuk boven de dramatiek, die volgens Mattheson met de toonsoort e-moll gegeven is. Een passend contrast hiermee vormt de behoedzame benadering van de avondmaalsliedbewerking ”Schmücke dich, o liebe Seele”.Gelet op authentieke Regervertolkingen is De Wolffs versie van de koraalfantasie ”Ein feste Burg” er een uit voorbije tijden. De klank van het barokke orgel is star, het tempo onveranderd hoog en de algehele sfeer aan de nuchtere kant. Dat laat onverlet dat het vakmanschap van de organist veel respect afdwingt.
Krijgt de dialoog tussen Schnitger en Reger niet werkelijk diepgang, totaal anders is dat in twee stukken uit de latere 20e eeuw. ”Mandala” van André Jolivet, geïnspireerd door het oosterse denken, is een kolfje naar de hand van De Wolff (die in 1969 de première ervan speelde!) én van het orgel. Virtuoos, scherp belijnd, elk detail belichtend brengt De Wolff dit zevendelige, uiterst gevarieerde werk ongeëvenaard tot klinken.
Aanzienlijk extremer nog is ”Volumina” van György Ligeti, een studie naar de klankmogelijkheden van het orgel. Aan het begin wordt de orgelmotor aangezet terwijl de toetsen zijn ingedrukt, het stuk eindigt met de omgekeerde handeling. Daartussen één lange spanningsboog van in elkaar schuivende clusters, gespeeld met vingers, handen en zelfs armen. De orgelklank is hier geen resultaat maar uitgangspunt. Wie in staat is te luisteren met ’nieuwe’ oren, kan niet anders dan gefascineerd zijn door deze cd met moderne meerwaarde.
N.a.v. ”Charles de Wolff - Schnitgerorgel Grote of St.-Michaëlskerk Zwolle”; Prestare (ZWF 3331543); € 16,50.