Dat zeiden minister Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) en de speciale gezant voor de Europese Unie in Afghanistan Francese Vendrell dinsdag in reactie op een rapport van Amnesty International. Daarin waarschuwt de mensenrechtenorganisatie dat Nederlandse troepen in Afghanistan gevangenen hebben overgedragen aan de Afghaanse geheime dienst die bekendstaat om martelen. Amnesty heeft geen vertrouwen in de antimartelovereenkomsten die de Nederlanders en een aantal andere ISAF–deelnemers hebben gesloten met de Afghaanse overheid.Vendrell benadrukte dat er soms gemarteld wordt, maar voor zo ver hem bekend is daar geen sprake van bij gevangenen die ISAF–troepen hebben overgedragen. De afspraken met de Afghaanse overheid worden volgens hem nageleefd. De EU–gezant erkent wel dat de Afghaanse overheid niet alle detentie–faciliteiten onder controle heeft. Volgens hem maken sommige commandanten of krijgsheren zich in gevangenissen zich wel schuldig aan martelingen. De internationale gemeenschap heeft het voor de Afghanen ook niet makkelijk gemaakt, want ze heeft nooit geholpen om van deze krijgsheren af te komen, zei Vendrell.

Verhagen sluit „met absolute zekerheid" uit dat ’Nederlandse gevangenen’ worden mishandeld. Deze mensen worden volgens de afspraken met de Afghaanse autoriteiten bezocht en in de gaten gehouden door het Internationale Rode Kruis en de Afghaanse mensenrechtenorganisatie. Volgens Verhagen gaat het naar omstandigheden goed met de tien die nu nog vast zitten. „Afghaanse gevangenissen zijn natuurlijk geen Nederlandse gevangenissen". Hij ziet dan ook geen aanleiding om de overdracht van gevangenen stop te zetten, zoals GroenLinks wil.

Zowel Vendrell als Verhagen stelden dat het tijd kost om het juridische systeem en de rechtsorde in Afghanistan op niveau te krijgen. Nederland steekt daar de komende drie jaar 15 miljoen euro in.