Feiten Vijfde Nota
De belangrijkste feiten uit de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening op een rij.
- Almere krijgt de ruimte om 60.000 à 70.000 woningen te bouwen. Voor 2020 komt er geen grootschalige bebouwing in de bollenstreek.
De Veluwe wordt een nationaal landschap. In de conceptnota waren het Groene Hart, de Hoeksche Waard, het Noord-Hollands Midden, het Rivierengebied, de Zeeuws-Zuid-Hollandse Delta en het Limburgs Heuvelland reeds als zodanig aangewezen. Binnen de nationale landschappen is het in principe alleen mogelijk om binnen de bestaande bebouwde kom te bouwen.
Nieuwbouw moet plaatsvinden rond grote steden. Het kabinet heeft zogenaamde bundelingsgebieden aangewezen waarbinnen gemeenten en provincies gebieden (rode contouren) aanwijzen waarin de bebouwing mag plaatsvinden. Het Rijk toetst de locaties aan vastgestelde criteria.
De bundelingsgebieden bevinden zich veelal nabij de stedelijke netwerken die het kabinet heeft aangewezen. In de conceptnota waren dat er zes: Groningen-Assen, Twentestad, Arnhem-Nijmegen, Deltametropool (Randstad), Brabantstad en Maastricht-Heerlen. In definitieve nota staan er nog drie bij: Bergen op Zoom-Roosendaal, Venlo-Roermond en de Kop van Noord-Holland. Deze gebieden moeten intensief met elkaar samenwerken. Ze hoeven niet met elkaar te fuseren, maar de afspraken die ze maken over woningbouw en bedrijventerreinen, mogen niet vrijblijvend zijn.
Om woningbouw in de Randstad mogelijk te maken is op drie plaatsen een stukje van het Groene Hart afgehaald: een deel van de Zuidplaspolder ten westen van Gouda, de Bloemendalerpolder bij Weesp en de polder Rijnenburg bij Utrecht.
In de Randstad komen snelle en frequente openbaarvervoersverbindingen, met onder andere de Deltametro en lightrail. Deze rijden over de bestaande sporen voor trein en tram. De zweeftrein voor de Randstad is van de baan.
Alle bestemmingsplannen (van gemeenten) en streekplannen (van provincies) moeten een zogenaamde watertoets ondergaan. Daaruit moet blijken of voldoende rekening is gehouden met bescherming tegen overstroming en met wateroverlast.
In gebieden die in de toekomst mogelijk nodig zijn voor waterberging, mag geen nieuwe bebouwing plaatsvinden. In de praktijk is dat langs de grote rivieren.
Er moet waterberging plaatshebben in diepe droogmakerijen in Noord- en Zuid-Holland. Ook in Flevoland en de Noordoostpolder moeten gebieden worden aangewezen die in tijden van nood onder water gezet kunnen worden.
Er zal een studie plaatsvinden naar de haalbaarheid van een randmeer tussen de Noordoostpolder en het oude vaste land.
De zeeweringen bij Den Helder-Callantsoog, Hoek van Holland-Kijkduin en Cadzand-Breskens krijgen voorrang bij versterking.
Als gevolg van kritiek vanuit de samenleving ligt er een visie op de landbouw. Het open noorden, de zandgebieden, het rivierengebied, de Zeeuws-Zuid-Hollandse Delta, de droogmakerijen en de veenweidegebieden zijn de plaatsen waar de landbouw blijft en beter tot ontwikkeling kan komen.
De doelstelling om in 2020 op zee 1500 MW aan windenergie te realiseren is verhoogd naar 6000 MW. Er is ook een gebied in de Noordzee aangewezen waar de turbines moeten komen. De doelstelling voor het vasteland blijft gehandhaafd op 1500 MW.