Raadsman Jan–Hein Kuijpers had een aantal getuigen willen laten horen. Hij baseerde zijn verzoeken op een verweerschrift van zijn collega Gabriël Meijers, de advocaat van zakenman Jan–Dirk P. Het verweerschrift van Meijers strekt tot doel de strafvervolging van Jan–Dirk P. tot een voortijdig einde te laten komen.P. wordt ervan verdacht dat hij geld, dat Holleeder van vastgoedmagnaat Willem Endstra zou hebben afgeperst, zou hebben weggesluisd. Volgens advocaat Kuijpers is het verweerschrift een „potentieel zwaar ontlastend stuk" voor Holleeder. Fiscaal onderzoek zou hebben uitgewezen dat de stellingen van justitie jegens P. „niet worden gesteund door de feiten". P. wordt apart van Holleeder en de met hem terechtstaande verdachten vervolgd.