Protestactie tegen duurder treinkaartje
De grote NS-stations zijn deze week het toneel van protestacties tegen de door de Nederlandse Spoorwegen aangekondigde verhoging van de prijs van een treinkaartje per 1 januari en 1 juli 2003.
Reizigersvereniging Rover en andere belangenorganisaties delen vanaf dinsdag protestkaarten uit die treinreizigers kunnen ondertekenen. De kaarten worden volgende maand overhandigd aan minister De Boer van Verkeer en Waterstaat.
De NS kondigde eind augustus aan de prijs van het treinkaartje in 2003 in twee stappen met in totaal ruim 9 procent te gaan verhogen. Deze mededeling had een storm van kritiek tot gevolg, ook vanuit de politiek. Minister De Boer liet de Tweede Kamer echter weten er niets aan te kunnen doen.
Volgens de protesterende organisaties kan en moet De Boer echter wel degelijk ingrijpen, omdat het spoorbedrijf de afspraak schendt dat de tarieven dit jaar niet zouden worden verhoogd. Door de eerste prijsverhoging al per 1 januari van het nieuwe jaar door te voeren, gevolgd door de tweede per 1 juli 2003, doet de NS dit stiekem toch, vinden de organisaties. Ze wijzen erop dat de prestaties van de NS nog steeds te wensen overlaten. „De Boer moet de NS bewegen tot matiging van de buitensporige prijsverhoging.”
Als eerste stations waren dinsdag die van Den Haag en Amersfoort aan de beurt. Morgen volgen Utrecht en Zwolle, donderdag Amsterdam en Eindhoven. Op vrijdag krijgen de reizigers op Rotterdam-Centraal en Leeuwarden de protestkaarten uitgereikt, zaterdag zijn Arnhem en Nijmegen hekkensluiter. Behalve Rover doen ook ANWB, de samenwerkende ouderenorganisaties CSO, de Fietsersbond, de Consumentenbond en de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad mee aan ”Laat de prijzen niet ontsporen”.
De consumentenorganisaties adviseren de tarieven te verhogen met maximaal de prijsindex voor 2003, volgens de huidige ramingen 2,75 procent. De organisaties stellen verder voor om een meerjarenbeleid voor de tariefwijzigingen op te stellen.
De consumentenorganisaties zeggen te begrijpen dat de financiële positie van de NS „noopt tot het treffen van maatregelen.” Zij vinden het echter „niet terecht dat de financiële problemen voor een substantieel deel op de reiziger worden afgewenteld door het doorvoeren van een forse tariefstijging in één keer.”