Heinekenontvoering blijft Holleeder achtervolgen
AMSTERDAM (ANP) – Het is ontegenzeglijk een van de meest beruchte criminele feiten uit de vorige eeuw: de ontvoering van biermagnaat Freddy Heineken en diens chauffeur. Ook in het huidige strafproces tegen een van de ontvoerders, Willem Holleeder, blijft de ontvoering (1983) op gezette tijden onderwerp van gesprek.
Niet in de laatste plaats doordat een aanzienlijk deel van het betaalde losgeld (acht van de 35 miljoen gulden, circa zestien miljoen euro) nooit boven water is gekomen. Justitie denkt dat in elk geval een deel van de verdwenen miljoenen is geïnvesteerd op de Amsterdamse Wallen, door Holleeder en Cor van Hout (geliquideerd in 2003).Maandag ondervroegen de officieren van justitie Koos Plooij en Saskia de Vries Holleeder nogmaals op dit punt. „Ik heb het geld niet", aldus Holleeder. „Het is niet geïnvesteerd op de Wallen". Nadat de ontvoerders hun gevangenisstraffen hadden uitgezeten, is over het losgeldrestant niet meer gesproken, zei Holleeder maandag. „Ik was dolblij toen ik vrijkwam, want ik had werk en vond het wel goed zo".
De officieren beschikken over een uitvoerige verklaring van de Amsterdamse kroegbaas Thomas van der Bijl, die heeft gezegd dat hij de miljoenen destijds heeft opgegraven in een „homofielenbos" in Parijs, op aanwijzing van de ontvoerders. „Pertinente onzin", zo luidde het commentaar van Holleeder. Van der Bijl zou in zijn richting „uiterst rancuneus" zijn geweest.
In het huidige proces tegen Holleeder was Van der Bijl een anonieme getuige, die kort voordat hij zou worden bevraagd door de onderzoeksrechter, in april 2006, in zijn café in Amsterdam–West werd geliquideerd. Justitie en politie hebben die zaak nagenoeg opgelost. Holleeder behoort vooralsnog niet tot de groep verdachten, terwijl zijn veronderstelde criminele handlanger, de voortvluchtige Dino S. (Soerel) als opdrachtgever wordt gezien.
Holleeder verklaarde tevens dat de ontvoerders Heineken na hun vrijlating hebben verzocht om een gesprek, over hoe met elkaar om te gaan voor het geval zij elkaar in Amsterdam tegenkwamen. Heineken weigerde dit, maar stuurde een vertegenwoordiger van een beveiligingsbedrijf voor het maken van afspraken. Volgens Holleeder zijn dergelijke praktische afspraken ook daadwerkelijk gemaakt.
De verdwenen miljoenen zijn daarbij onbesproken gebleven, aldus Holleeder. Hij verwacht geen claim meer. „Het is 25 jaar geleden".
Het proces wordt dinsdag voortgezet.