Het dorpje ’t Zandt is via wat polderwegen te bereiken. Druk is het er niet. De fietsers en voetgangers die elkaar tegenkomen, groeten elkaar allemaal. Ook onbekenden worden vriendelijk ontvangen. Wat wel opvalt, is de aanwezigheid van politie. Op straat komen regelmatig agenten voorbij. Lopend, op de fiets of op de scooter. Bij het dorpshuis staan vier surveillancewagens opgesteld. Binnen bevindt zich de politiepost.Het 900 inwoners tellende dorp komt zelden in het nieuws. Twee jaar geleden was er wat onrust rond hangjongeren. En ook een drugshandelaar zorgde voor wat ophef. Maar sinds kort staat het dorp echt op de kaart. En de bewoners zijn daar niet blij mee.

Op 14 augustus was het voor het eerst raak. Bij een pand aan de Hoofdstraat werd brand gesticht. De dader sloeg nog negen keer toe. De laatste keer was maandag. Toen wisten voetbalspelers te voorkomen dat de kantine van een tennisvereniging vlam vatte. Ze konden het vuur op tijd doven.

Veel inwoners denken dat de dader iemand uit het dorp is. Zo denkt Ina Bakker er ook over. Ze woont pal naast een huis dat op 17 september uitbrandde. „Het is van een jongen die het van zijn opa en oma had gekocht. Hij had er zes maanden lang aan verbouwd.” Volgens Bakker kent de dader het dorp goed. „Hij kiest altijd panden waar niemand woont, zoals schuurtjes en verenigingsgebouwen. Hij komt denk ik achterom, door de weilanden, om brand te stichten.”

Volgens een man die eveneens aan de Hoofdstraat woont, gaat de dader steeds op dezelfde manier te werk. „Hij legt wat doeken en ander brandbaar materiaal op de grond naast een pand. Vervolgens zet hij er een fles met brandbare vloeistof tussen. Op die fles zet hij een kaars. Als de kaars opgebrand is, valt deze in de fles en vat het brandbare materiaal vlam. Ondertussen heeft hij ruimschoots de tijd om weg te komen.” Volgens hem kan elke dorpsbewoner de dader zijn. „Eigenlijk is iedereen verdachte.”

De pyromaan jaagt de bewoners de stuipen op het lijf. Een al wat oudere vrouw die tegenover het Groene Kruisgebouw woont, wordt vier keer per nacht wakker. „Mijn drie teckels slaan telkens aan. En dan ga ik kijken of er iets aan de hand is.” Ze zal niet verbaasd zijn als het Groene Kruisgebouw, een armoedig aandoend pand, ook het doelwit wordt.

Politie en gemeente doen er inmiddels alles aan om de onrust weg te nemen. Er is een rechercheteam van veertien personen gevormd die de zaak onderzoekt. Daarnaast is er sinds enkele dagen een permanente politiepost. Er wordt 24 uur per dag gesurveilleerd. „Ons grootste doel is dat het afgelopen is met de branden”, zegt politiewoordvoerder Ger Blokzijl. „We willen de verdachte ontmoedigen en uiteraard oppakken.” Over de stand van het onderzoek wil hij niets kwijt. En evenmin over het daderprofiel. „Ik kan alleen zeggen dat we niet op dood spoor zitten.”

Burgemeester Rodenboog van de gemeente Loppersum, waar ’t Zandt onder valt, zegt dat er veel emotie is onder de bewoners. Op bewonersbijeenkomsten die gemeente en politie belegden, merkte hij dat het veiligheidgevoel van veel mensen sterk is aangetast. „Dit is een drama voor een kleine gemeenschap als ’t Zandt.” Hij roept bewoners ertoe op vooral niet met de beschuldigende vinger naar elkaar te wijzen, maar juist informatie door te geven aan de politie. Rodenboog vindt het triest dat juist ’t Zandt wordt getroffen. „Er wonen veel actieve mensen. Het dorp heeft een rijk verenigingsleven. Het is onvoorstelbaar dat dit hier gebeurt.”