Een extra rondje om het huis
RIDDERKERK - De criminaliteit in de Ridderkerkse wijk Bolnes is sinds de invoering van burgerwachten spectaculair gedaald. Intussen kopiëren probleemwijken van Amsterdam tot Maastricht het succesvolle preventieproject. Reden waarom het maandag werd onderscheiden met de Hein Roethofprijs. „Ons uniform dwingt respect af.”
In hun honk van sporthal De Beverbol in Bolnes trekken drie burgerwachten hun oranje uniform aan. Gewapend met zaklamp en mobiele telefoon trekken ze deze middag door de straten van de wijk. Surveillant Bert Bekkers trekt het portier van een geparkeerde Citroën open. Het voertuig blijkt niet vergrendeld. „We hangen een waarschuwingslabel aan de spiegel. Hopelijk let de eigenaar vanaf nu beter op. Hetzelfde laken een pak als we een laptop en een navigatiesysteem aantreffen.”De burgerwachten zijn de oren en ogen van Bolnes. Bijvoorbeeld als bewoners op vakantie zijn. Ook spreken ze hangjongeren aan op hun gedrag en adviseren ze burgers hoe een inbraak te voorkomen. Even verderop blikken ze bij een rijtjeswoning naar binnen. „Als we weten welke mensen met vakantie zijn, controleren we door een extra rondje om het huis. Ook delen we afwezigheidskaartjes uit die ze kunnen invullen.”
Buurtpreventie Bolnes werd vijf jaar geleden door burgers opgezet toen bleek dat overheidsinstanties faalden. Inbraken en jeugdcriminaliteit teisterden de wijk, drugsdealers hadden er vrij spel. Verkeersborden en lantaarnpalen waren een gewillige prooi voor vandalen. Het veiligheidsgevoel onder bewoners was ver te zoeken.
Inmiddels daalde de criminaliteit spectaculair, meent surveillant Herman van der Woude. „De oplossing is soms simpel. Mensen laten vaak hun afvalcontainer op het achterpad staan. Voor inbrekers is het dan een peulenschil om binnen te dringen. Daarom plakken we waarschuwingsstickers op afvalbakken.”
Nabij winkelcentrum De Werf nadert het trio enkele baldadige hangjongeren. „Zodra we dichterbij komen, valt de groep uiteen. Ons uniform dwingt respect af”, zegt Van der Woude.
De buurtsurveillant spreekt de groep dwingend maar vriendelijk aan. Al snel ontstaat een amicaal praatje. Een tiener -het hoofd verstopt in zijn capuchon- toont begrip voor de burgerwachten. „Ze spreken me aan als ik over de stoep fiets”, zegt hij. „Dan stap ik af. Serieus!”
De buurtsurveillanten volgen een training fysieke weerbaarheid. Hierdoor leren ze omgaan met agressieve burgers en hangjongeren. „Je moet niet pietluttig zijn”, meent Bekkers. „Het is een kwestie van geven en nemen. Zo spreken we foutparkeerders aan, maar meer doen we niet. We zijn niet bevoegd verdere actie te ondernemen.”
Met de wijkagent worden lastige kwesties besproken, zoals scooterterreur, een burenruzie of de aanwezigheid van drugsdealers. Als de nood aan de man is, kunnen de burgerwachten via de mobiele telefoon een beroep doen op de politie. „Ze staan binnen tien minuten paraat”, beweert Van der Woude. „Ooit betrapten collega-surveillanten twee auto-inbrekers op een verlaten plek. Vanuit de bosjes hielden ze de politie op de hoogte. De dieven werden in de kraag gegrepen en stonden versteld van de snelle actie.”
Zien en gezien worden, luidt het motto. Hoewel de burgerwachten zeggen dat ze veel respect afdwingen, is niet iedereen gediend van een vermaning. Een postbode die een sluiproute via de stoep neemt, doet alsof zijn neus bloedt als hij wordt aangesproken. Van der Woude: „Altijd een verrassing hoe mensen reageren. Onlangs ging een autobezitter over de rooie toen zijn voertuig werd geïnspecteerd. Velen hebben tegenwoordig een kort lontje.”
Buurtpreventie begon met 35 vrijwilligers, inmiddels surveilleren er 170 buurtbewoners bij toerbeurt. „Mensen zien dat we succesvol zijn, daarom doen ze mee.” Een oudere vrouw loopt langs de groep baldadige hangjongeren. Ze is content met de burgerwachten. „Normaal durf ik ’s avonds de straat niet meer op”, vertelt ze. „Maar met buurtpreventie voel ik me stukken veiliger.”
Vertegenwoordigers van probleemwijken elders die met de handen in het haar zitten, komen in groten getale poolshoogte nemen in Bolnes. Velen kopiëren het succesvolle project. En het geheim erachter? Van der Woude: „Gewoon doorgaan, ook als de wijk weer veilig is. We verzinnen telkens nieuwe initiatieven, zoals nu, door hangjongeren erbij te betrekken. Dan blijken het plotseling aardige kerels te zijn.”