Wereldbank: Meer geld in landbouw arme landen
WASHINGTON (ANP) - In de landbouw in ontwikkelingslanden moet fors meer geïnvesteerd worden dan nu. Op die manier kunnen miljoenen mensen uit de armoede worden geholpen. In een rapport pleit de Wereldbank voor efficiëntere landbouwmethodes die het milieu minder schade toebrengen. Verder moeten handelsverstorende subsidies worden verminderd.
Dit staat in het zogeheten World Development Report, dat de bank vrijdag naar buiten heeft gebracht. Volgens de opstellers moet de landbouw een centrale plaats krijgen op de ontwikkelingsagenda.De afgelopen twintig jaar is er veel te weinig in de sector geïnvesteerd. Niet meer dan 4 procent van de officiële ontwikkelingshulp komt in de landbouw terecht, terwijl driekwart van de arme mensen op het platteland woont. De laatste jaren geeft de bank ook zelf weer meer steun aan landbouwprojecten.
De situatie is vooral zorgelijk in zuidelijk Afrika en in het zuiden van Azië, waar het aantal arme mensen nog steeds toeneemt. In zuidelijk Afrika zouden overheden ook zelf meer geld voor landbouw moeten uittrekken. Voor de economische groei is de regio grotendeels afhankelijk van de landbouw, maar de overheidsuitgaven aan de sector vormen niet meer dan 4 procent van het geheel.
In opkomende markten, zoals China en India, is de landbouw minder belangrijk voor de economische groei, maar de inkomens op het platteland zijn laag en dat leidt nogal eens tot politieke spanningen. In verstedelijkte landen in met name Latijns-Amerika draagt landbouw gemiddeld maar voor 5 procent bij aan de economische groei, maar de armoede op het platteland is nog steeds aanzienlijk.
De Wereldbank pleit in het rapport verder voor duurzame landbouwmethodes. De opstellers wijzen erop dat 85 procent van al het water in de landbouw wordt gebruikt en dat de sector ook deels verantwoordelijk is voor vervuiling en ontbossing. De bank waarschuwt verder voor hogere voedselprijzen in verband met de grote vraag naar voedsel en de toenemende belangstelling voor biobrandstoffen.
Het World Development Report hekelt de handelsverstorende subsidies in de landbouwsector. Als voorbeeld noemt de bank de steun aan Amerikaanse katoenboeren. Kleine Afrikaanse boeren kunnen hun producten daardoor op de wereldmarkt moeilijk kwijt. Ook producenten van biobrandstof worden gehinderd door subsidies in rijke landen en invoerheffingen.