L. verstopte het lijk van zijn vrouw in een bos in de Belgische Ardennen. Toen hij het daar twee maanden later weer ophaalde, werd hij gevolgd door de politie. L. werd op een Duitse snelweg aangehouden met het lijk in zijn kofferbak.Het openbaar ministerie had achttien jaar cel geëist tegen de Udenaar. Die heeft zelf steeds volgehouden dat de dood van zijn vrouw het gevolg was van aan tragisch ongeluk. De rechtbank noemde die verklaring volstrekt onaannemelijk. Zo is het onwaarschijnlijk dat het slachtoffer die ochtend vrijwillig meeging naar de Ardennen, zoals L. de rechtbank voorhield. Ze had een afspraak met een vriend en was normaal gesproken erg punctueel.

Verder blijkt uit een reeks van deskundigenrapporten dat de kans dat de vrouw overleed na een enkel schot uit een luchtbuks bijzonder klein is. Andere beschadigingen aan de schedel van het slachtoffer wijzen erop dat er ook met een hard voorwerp op haar hoofd is geslagen. Mogelijk is zelfs met een tweede wapen geschoten.