Dat blijkt uit een woensdag gepubliceerd onderzoek in opdracht van het wetenschappelijk onderzoeksbureau (WODC) van het ministerie van Justitie. De onderzoekers van het bureau IVO hebben aan ruim 600 gedetineerden die sinds kort vastzaten gevraagd hoe hun leven was voordat ze in de cel belandden. Ongeveer 60 procent bleek een problematische gebruiker of gokker te zijn.Van hen heeft 30 procent een stevig drankprobleem, 38 procent gebruikt veel hard- en softdrugs en 6 procent gokt te veel. Meer dan de helft van de gebruikers en gokkers heeft een probleem met meerdere middelen. Volgens de onderzoekers lijkt het erop dat een meerderheid van deze groep ook kampt met psychische problemen, zoals persoonlijkheidsstoornissen, angststoornissen of depressiviteit.

Problematische gebruikers van cocaïne en andere harddrugs hebben meestal de meeste delicten op hun naam staan en hebben de langste criminele carrière. Ze plegen vaker vermogensdelicten. Alcoholverslaafden en cannabisgebruikers maken zich vaker schuldig aan geweldsmisdrijven.

De onderzoekers beperkten hun studie tot het jaar voorafgaande aan de detentie en hebben niet gevraagd of de gedetineerden ook middelen gebruiken in het huis van bewaring, wat officieel verboden is. Wel is onderzocht welke zorg ze nodig hebben.

De verslaafden hebben vooral behoefte aan hulp bij het oplossen van problemen met woonruimte, gezondheid en relaties. Deskundigen benadrukten de noodzaak van hulp bij het afkicken, bij het vinden van betaald werk of een opleiding en bij het stoppen van agressief gedrag.

Verslaafden krijgen tijdens hun detentie zorg aangeboden. Het ministerie van Justitie moet die zorg echter inkopen. Om in kaart te brengen hoeveel en wat er nodig is, is het WODC-onderzoek verricht. In juli kondigden de verantwoordelijk bewindslieden al aan dat er twee keer zo veel justitiële zorgtrajecten (van 3000 naar 6000) komen.