Zuid-Holland drukt aanleg lightrail Leiden door
DEN HAAG - Zuid-Holland drukt de aanleg van een lightrail in Leiden door, ondanks het verzet van de gemeente en de plaatselijke bevolking. Provinciale Staten hebben dat woensdag besloten. Het is voor het eerst dat een provincie in Nederland haar zogeheten doorzettingsmacht inzet om besluitvorming door te zetten in een grootschalig project.
Een wijziging van de Wet op de ruimtelijke ordening (WRO) in 2006 maakt het mogelijk dat het project in Leiden toch wordt doorgezet. De provincies kregen door deze wetswijziging de mogelijkheid om bij onderwerpen van bovenregionaal belang de gemeente te overrulen.„Dit is een uniek moment in de geschiedenis”, aldus gedeputeerde L. van Herpt woensdag, verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening in het westelijk deel van de provincie Zuid-Holland. Eerder gebruikte Zuid-Holland de doorzettingsmacht (ook wel aanwijzing genoemd) alleen bij kleine geschillen in de provincie.
De inwoners van Leiden keerden zich begin dit jaar in een referendum tegen de komst van de lightrail door de binnenstad, waarna het college dit standpunt overnam. Zuid-Holland zette de gemeente vorige maand voor het blok. Als de gemeente niet met een alternatief tracé kwam, zou Leiden onherroepelijk aan de kant worden geschoven.
Belangrijkste voorwaarde voor het inzetten van het machtsmiddel is dat de provincie zwaarwegende argumenten heeft. „We hebben de overtuiging dat de RijnGouwelijn het verkeers- en vervoersprobleem in de regio kan oplossen. Daar hebben we jarenlang op gestudeerd en we zijn ervan overtuigd dat dit moderne lightrailsysteem noodzakelijk is”, aldus Van Herpt.
Voor Leiden rest nu een plek aan de zijlijn. De gemeente kan nog wel beroep aantekenen tegen het bestemmingsplan dat de provincie gaat opstellen. Een juridisch gevecht in de rechtbank is volgens een woordvoerster van de provincie echter onmogelijk. „De rol van Leiden is nu wel uitgespeeld. De extra kosten die we nu gaan maken, bijvoorbeeld voor het maken van een bestemmingsplan, zouden mogelijk verhaald kunnen worden op de gemeente”, aldus de zegsvrouw.
De kwestie van de RijnGouwelijn leidde in de nacht van dinsdag op woensdag tot de val van het Leidse college. De gemeenteraad stemde in meerderheid voor een motie van D66. In die motie stelde de raad dat het college gevallen is en dat er nieuwe collegebesprekingen moeten komen. Eveneens moet er voor 30 oktober een onafhankelijk formateur worden aangesteld.
Burgemeester H. Lenferink zegt in een reactie het te betreuren dat de wethouders opstappen. Hij had liever gezien dat het rompcollege als basis zou gelden voor een nieuwe coalitie. „Wat deze week is gebeurd, is heel slecht voor de stad. Leiden zit de komende tijd zonder een goed bestuur”, aldus de burgemeester.