Met name de missie in Uruzgan kost handenvol geld, veel meer dan begroot. Het kabinet is al gedeeltelijk aan de oproep van De Hoop Scheffer tegemoetgekomen door defensie te ontzien bij de bezuinigingen. Ook is er extra geld beschikbaar voor vredesmissies. Dat geld moet de krijgsmacht wel zelf verdienen door materieel te verkopen.Toch is er nog meer geld nodig, vindt De Hoop Scheffer. „Als je niet meer investeert in de krijgsmacht, keert op een gegeven moment de wal het schip”, zei hij in een toelichting. In een persgesprek met Nederlandse journalisten in Brussel kondigde de NAVO-topman aan dat hij de financiering van missies ter discussie wil stellen. Nu worden de kosten door de deelnemende landen zelf gedragen, terwijl andere NAVO-landen niets bijdragen. „Dat is niet eerlijk”, meent De Hoop Scheffer. „Ik denk dat dit systeem op den duur niet houdbaar is.”

De NAVO-chef heeft de NAVO-lidstaten verzocht meer bij te dragen voor Afghanistan. Zo is er grote behoefte aan luchttransportcapaciteit en moeten er meer trainers komen om het Afghaanse leger op te leiden. De Hoop Scheffer zoekt ook steun voor de Nederlanders in Uruzgan, al wil dat nog niet erg vlotten.

Enkele NAVO-landen vinden dat ze al aan hun limiet zitten, omdat ze ook troepen paraat moeten houden voor de snellereactiemacht van de NAVO. Om die druk te verlichten, zullen de lidstaten volgende week op hun top in Noordwijk praten over afslanking van de reactiemacht.

Tijdens de ontmoeting in Noordwijk zullen voor het eerst ook vertegenwoordigers van de EU, de VN en de Wereldbank aanschuiven om te praten over een samenhangende aanpak van de operatie in Afghanistan.