Radicale moslims tactischer
DEN HAAG - Het moslimradicalisme is een nieuwe fase ingegaan, zegt de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Deze nieuwe vorm van radicalisme bereikt door een professionele organisatie steeds meer mensen.
„Islamitisch neoradicalisme”, zo noemt de AIVD de nieuwste vorm van radicalisme in een dinsdag gepubliceerd rapport. De radicale ”dawa” -bekeren en werven- in Nederland en West-Europa wordt steeds doordachter en strategischer aangepakt, constateert de veiligheidsdienst. Bewust grijpen de neoradicalen niet naar geweld.Het islamitisch neoradicalisme manifesteert zich in Nederland vooral in het politieke salafisme. Het salafisme streeft naar terugkeer naar de „zuivere islam”, zoals die er zou zijn geweest ten tijde van de profeet Mohammed en de eerste eeuwen daarna. De afgelopen jaren wint deze ultraorthodoxe stroming terrein in West-Europa en Nederland.
Volgens de AIVD is die groei te verklaren vanuit een steeds professionelere aansturing. Er is, meldt het rapport, een harde kern van vijftien tot twintig salafistische predikers die door het land lezingen houden in 30 tot 35 moskeeën en diverse jongerencentra. Daarnaast zijn er nog eens circa twintig predikers in opleiding. Ongeveer 20.000 tot 30.000 moslims zijn in potentie kwetsbaar voor de onverdraagzame boodschap van de salafisten, schat de AIVD.
Grootste verschil met jihadistische groepen zoals de Hofstadgroep is de afwijzing van het gebruik van geweld om tot een islamitische samenleving te komen, schrijft de AIVD. Voor neoradicalen zijn oproepen tot geweld niet opportuun. Ze beseffen dat geweld de groei en de reputatie van de islam schaad.
Ze onderscheiden zich verder doordat ze beter gestructureerd zijn, een concreet politiek programma hebben en tactisch en strategisch denken.
Ondanks het niet-gewelddadige karakter is deze stroming zeer onverdraagzaam en antidemocratisch, staat in de AIVD-rapportage. Zo streven aanhangers van de radicale dawa naar een verregaande vorm van isolement en zijn ze intolerant ten aanzien van andersdenkenden.
Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken vindt dat „pure repressie, het doelbewust creëren van vijandbeelden en het politiek isoleren” niet de juiste antwoorden zijn. Volgens haar zal de overheid „compromisloos en op niet mis te verstane wijze” blijven optreden tegen het prediken van geweld. Anderzijds blijft zij zich inspannen om de sociale samenhang te verbeteren. „Polarisatie kan leiden tot radicalisering, wat op haar beurt kan leiden tot terrorisme en geweld.”