De uitgaven voor het persoonsgebonden budget (pgb), waarmee langdurig zieken hun eigen zorg kunnen inkopen, zijn het laatste jaar explosief gestegen. Daarom zijn er beheersmaatregelen nodig, zo zei staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dinsdag in de Tweede Kamer. Ze vertelde niet met ingang van wanneer de extra uitgavenverantwoording in werking treedt.Op dit moment hoeven eigenaren van een pgb een bedrag tot maximaal 2500 euro per jaar niet te verantwoorden. De hoogte van het bedrag dat niet verantwoord hoeft te worden, is afhankelijk van de hoogte van het toegewezen budget.

De uitgaven voor het persoonsgebonden budget zijn in het afgelopen jaar met zo’n 30 procent gestegen; van 1,1 miljard naar ruim 1,4 miljard, zo deelde Bussemaker aan de Tweede Kamer mee. De bewindsvrouw maakt zich zorgen om deze stijging omdat de uitgaven voor zorg in natura ook stijgen. De verwachting was dat bij stijging van de uitgaven voor pgb’s de uitgaven voor zorg in natura zouden dalen. Dat blijkt niet het geval te zijn. „Deze ontwikkeling baart mij grote zorgen”, aldus Bussemaker gisteren.

De uitgavenstijging komt volgens Bussemaker voor het grootste deel voor rekening van ouders van kinderen met psychiatrische stoornissen. Die vragen momenteel massaal pgb’s aan voor thuisbegeleiding. Daarmee voorkomen ze dat hun kinderen op lange wachtlijsten komen bij een ggz-instelling voor jeugdigen.

Het geld voor pgb’s komt uit de kas van de Algemene wet bijzondere ziektekosten. Daaronder valt naast jeugdzorg ook ouderen- en gehandicaptenzorg. Wie een pgb aanvraagt, moet een indicatie hebben van het Centrum Indicatiestelling Zorg of het bureau jeugdzorg. Over de gedane uitgaven moet periodiek verantwoording worden afgelegd aan het zorgkantoor.