Tegenover deze tegenvaller stond het positieve nieuws van het handelstekort dat in juli voor de tweede achtereenvolgende maand daalde na in mei een record bereikt te hebben. Ondanks deze positieve factor reageerde de effectenmarkt negatief.

Volgens sommige analisten was deze ontwikkeling vooral het gevolg van verkopen door de grote institutionele beleggers, die hun financiële positie wilden consolideren. „Het inflatiecijfer over augustus is niet zo dramatisch dat dat zo’n reactie van de beurs rechtvaardigt. De daling van de beurs is eerder toe te schrijven aan de wens van grote beleggers om hun financiële positie te verbeteren door te verkopen in een onzekere tijd”, zo meende David Resler, chef-econoom van beursmakelaar Nomura Securities in New York.

De inflatie is volgens hem niet voldoende voor de Federal Reserve (Fed) om volgende week de basisrentetarieven te verhogen. In zijn laatste optreden voor het Congres in Washington benadrukte Fed-voorzitter Alan Greenspan dat het zwakke herstel van de Amerikaanse economie de Fed momenteel grotere zorgen baart dan een mogelijke terugkeer van het inflatiespook.

De belangrijkste factoren die de inflatie in augustus opdreven, waren de stijgende prijzen voor energie, textiel en sigaretten. Het handelstekort daalde in juli vooral omdat Amerikaanse exporten voor de vijfde achtereenvolgende maand bleven stijgen. Daardoor zakte het tekort in juli tot 34,6 miljard dollar (35,4 miljard euro) tegenover 37,7 miljard dollar in mei.