Klomp -in het dagelijks leven beheerder van biologisch centrum Het Koetshuis in Barneveld- ontdekte de paddenstoel in natuurgebied Horsterwold in Flevoland. „De exacte locatie houd ik geheim; ik wil geen toeloop van nieuwsgierige mensen.”Het vertakt kroonknotsje komt sporadisch voor in België en Duitsland, maar was in Nederland nog niet eerder gesignaleerd. Toen Klomp de paddenstoel -roze/wit/beige van kleur en 10 centimeter groot- vorig jaar november voor het eerst zag, had hij niet gelijk het belang van zijn ontdekking in de gaten. „Ik dacht eerst aan de rechterkoraalzwam. Ik zette de foto’s op internet. Dat leverde een reactie op van Gerrit Jan Keizer, mycoloog bij Staatsbosbeheer. Hij hield het aanvankelijk op de anijskoraalzwam.”

Het gissen naar de juiste naam stimuleerde Klomp steeds terug te gaan naar de intrigerende paddenstoel. „Ik heb eraan geroken, maar de geur leek niet op anijs, dus die optie viel af.” Ook mycoloog Keizer bleef meespeuren naar de precieze naam. „Afgelopen weekend zijn we er opnieuw geweest om foto’s te maken. Maandagmiddag belde Keizer mij op. Hij zei: „Gefeliciteerd Cees. Het is een voor Nederland nieuwe paddenstoelensoort: het vertakt kroonknotsje.” Zo’n telefoontje geeft een fijn gevoel. Dat je iets nieuws ontdekt hebt in de natuur.”

Eerder had Klomp (50) een soortgelijke ervaring toen hij „ergens op de Veluwe” foto’s maakte van vliegende herten. „Dat zijn grote, uiterst zeldzame kevers met een gewei als een hert. Daar was ik destijds ook heel enthousiast over. Dat zoiets moois kan bestaan in de natuur. En dat in een tamelijk dichtbevolkt gebied.”

Klomp was als kind al in de ban van de natuur. „Mijn eerste camera kreeg ik toen ik 15 jaar was. Een spiegelreflex. Nu fotografeer ik uiteraard digitaal. Het voordeel is dat je maar raak kunt schieten. Van zo’n paddenstoel maak ik honderden foto’s. De mooiste kies ik uit en zet ik op nederpix.nl, de website voor natuurfotografen. Digitale fotografie heeft ook een nadeel. Voorheen bracht je het rolletje weg en zag je na een week pas de resultaten. Die spanning is er helemaal af.”

Hoeveel natuurfotografen er in Nederland zijn, weet Klomp niet, maar het aantal deelnemers op de website is bijna 1900. „Er zijn veel jongeren bij. Een moderator beoordeelt de kwaliteit van de foto’s voordat ze geplaatst worden.”

Onlangs kwamen de natuurfotografen in opspraak. „In verschillende kranten stond een artikel over het voeren van jonge vosjes met bitterballen om ze tam te maken. En over het geven van zout eten aan edelherten zodat ze veel naar de plas komen om te drinken. Wij zouden dat doen om mooiere en betere foto’s te kunnen maken. Er zullen best natuurfotografen zijn die dit soort dingen doen, maar de meesten houden zich netjes aan de regels.”

Belangrijke eigenschap voor een natuurfotograaf? „Je ogen en oren goed de kost geven”, antwoordt Klomp. „Mijn favoriete thema’s zijn lanen, zonnestralen en alles wat groeit en bloeit. Ik vind het prachtig om een spinnenweb op de foto te zetten waar de regenboog op een wonderlijke manier doorheen schijnt.”

Foto’s exposeren doet Klomp niet, verkopen ook niet en meedoen aan wedstrijden is evenmin aan hem besteed. „Ik loop liever in de natuur.”