Huizinga: Geen tijdpad voor sterkere dijk
DEN HAAG - De Hondsbossche Zeewering bij Petten wordt volgens staatssecretaris Huizinga (Verkeer en Waterstaat) zo spoedig mogelijk versterkt, verzekerde zij dinsdags de Tweede Kamer. Maar ze kon niet zeggen wanneer het werk begint. Volgens haar is dat lastig.
Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wil voor het stormseizoen op 15 oktober begint, extra zand erbij gestort zien. Uit recent onderzoek bleek immers dat dat nodig is. Zo zou de periode tot de definitieve dijkverbetering -die op z’n vroegst volgend jaar begint- kunnen worden overbrugd.Volgens Huizinga is de kans groter dat er bij storm water over de dijk slaat, maar is het niet zo dat de dijk op breken staat. Zij bevestigde dat er een plan van aanpak in de maak is. Procedures worden in elkaar geschoven. „Uiterlijk 15 oktober wil ik helderheid, maar ik kan geen ijzer met handen breken. Er zal zo spoedig mogelijk zand gestort worden. Binnen veertien dagen is te veel gevraagd.”
CDA-Kamerlid Koppejan blijft dat te laat vinden en noemde het „zwak” van de bewindsvrouw dat zij geen termijn kon geven. Hij had Huizinga opgetrommeld na de noodkreet van het waterschap en de provincie Noord-Holland. Die maken zich zorgen over het veiligheidsniveau.
De Hondsbossche Zeewering is vanouds al een zwakke plek, doordat de duinenrij elders langs de kust op die plaats plots ophoudt. Dat heeft te maken met de gesteldheid van de bodem. In het verleden kwamen dan ook overstromingen voor.
De zeewering is in 2003 aangemerkt als een van de zogeheten zwakke schakels langs de kust die de komende jaren worden aangepakt, om een superstorm te kunnen doorstaan. Huizinga gaf onlangs in Noordwijk en Ouddorp daarvoor het startsein. Er is 740 miljoen euro beschikbaar voor dat werk aan in totaal tien zwakke schakels langs de Noordzeekust.
Bij het onderzoek zijn de gevolgen van nieuwe zogenoemde hydraulische normen voor de zeewering getoetst. Of dat nu op meer (zwakke) plekken gebeurt, is volgens de staatssecretaris de verantwoordelijkheid van de waterschappen. „Ik verwacht dat zij een vinger aan de pols houden.”