„Toelatingsprocedure kan korter en beter”
DEN HAAG (ANP) - Het toelatingsbeleid voor vreemdelingen kan en moet beter. In plaats van de huidige twee procedures moet er één kortere procedure komen voor het verkrijgen van een inreisvisum en een verblijfsvergunning.
Dat bepleitte de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) vrijdag. Buitenlanders die langer dan drie maanden in Nederland willen blijven, bijvoorbeeld voor werk, studie of gezinshereniging, moeten bij de Nederlandse ambassade in hun land van herkomst een inreisvisum aanvragen. Ze krijgen deze zogeheten machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) alleen als ze aan alle voorwaarden voor een verblijfsvergunning voldoen.De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) toetst die aanvraag vervolgens aan dezelfde voorwaarden die gelden voor de mvv-aanvraag. Het duurt echter vaak twee tot drie maanden voordat iemand z’n verblijfspapieren krijgt. De ACVZ vindt de dubbele toetsing overbodig en onnodig belastend voor de vreemdeling.
Tijdens de wachttijd mag de betrokkene namelijk niet werken en is hij uitgesloten van sociale voorzieningen. Ook is de dubbele toetsing volgens de ACVZ in strijd met een Europese richtlijn voor gezinshereniging. Daarom stelt de commissie een verkorte procedure voor waarin de voorwaarden één keer worden getoetst, waarna een besluit volgt dat zowel recht geeft op inreis als op verblijf.
De vreemdeling moet dan wel eerst in zijn land van herkomst een tbc-onderzoek ondergaan. Dat gebeurt nu nog in Nederland. Als het toelatingsverzoek wordt gehonoreerd, moet het inreisvisum in het paspoort worden geplaatst en wordt ook direct het verblijfsdocument besteld zodat dit klaarligt als de vreemdeling zich in Nederland meldt. Na een identiteitscontrole volgt direct de inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie.
Een woordvoerster van staatssecretaris Albayrak (Justitie), die verantwoordelijk is voor de IND, kon nog niet op het advies reageren. „We gaan het rapport bestuderen.