Havo- en vwo-top niet op de schop
DEN HAAG - Leerlingen in de laatste leerjaren van havo en vwo blijven in de komende jaren definitief gevrijwaard van grote onderwijsvernieuwingen.
Dat belooft staatssecretaris Van Bijsterveldt in een brief die ze woensdag naar de Tweede Kamer stuurde. Op dit moment kunnen havisten en vwo’ers kiezen uit vier profielen. Twee daarvan leggen de nadruk op exacte vakken en twee op maatschappijvakken.Twee commissies adviseerden de bewindsvrouw in hun eindrapport om met ingang van 2012 de twee natuurprofielen samen te voegen en de maatschappijprofielen ook. Dat zou het geheel overzichtelijker maken voor de leerlingen. Bovendien blijken weinig meisjes te kiezen voor het profiel natuur en techniek, wat bedreigend is voor de kenniseconomie. Daarom moet wiskunde in het maatschappijprofiel ook meer nadruk krijgen.
Van Bijsterveldt voelt echter niets voor de voorstellen. In haar brief schrijft ze dat niemand zit te wachten op een nieuwe ronde onderwijsvernieuwingen. Ze noemt de voorstellen onwenselijk en in de praktijk onuitvoerbaar. Ze vindt het beter in de komende jaren nadruk te leggen op inhoudelijke verbetering van de vakken.
Juist dit schooljaar is een aantal aanpassingen in de profielen doorgevoerd. Het aantal verplichte vakken per profiel is verminderd en ook is een aantal deelvakken geschrapt.
De afwijzing van de vernieuwing door Van Bijsterveldt komt niet als een verrassing. In december vorig jaar presenteerden de twee commissies, die in 2005 door de overheid waren ingesteld, een tussenrapport. Daarin werd ook voorgesteld om het aantal profielen te verminderen van vier naar twee. De toenmalige minister van Onderwijs, Van der Hoeven, voelde ook niets voor het plan.
Ondernemersorganisatie VNO-NCW vindt het jammer dat het aantal profielen niet verminderd wordt. De werkgeversvereniging had graag gezien dat wiskunde in de maatschappijprofielen versterkt zou worden.
G. E. Kamerik, directeur havo/vwo op het Calvijn College in Goes, toont echter begrip voor de beslissing van de bewindsvrouw. „De tweeprofielengedachte doet me denken aan de A- en B-richting op de vroegere hbs. De discussie hierover is heel boeiend, maar onder docenten ontstaat het gevoel: we hebben de tweede fase ingevoerd en inmiddels ook alweer een herinrichting achter de rug. Dat heeft voor behoorlijk wat dynamiek gezorgd; moeten we nu weer wat anders? Onrust op onrust op onrust. Als de politiek zo te werk gaat, wordt ze niet meer serieus genomen.”
Volgens Kamerik hebben veranderingen „een paar jaar nodig om in te slijten. Dan moet je niet zo snel weer met iets nieuws komen. Daarom begrijp ik dat de staatssecretaris het voorstel nu afwijst. Als we voor een tweestromenland kiezen, begint het hele circus weer opnieuw. Dan moet weer het hele programma tegen het licht gehouden worden. Het onderwijs hoeft niet statisch te zijn, maar heeft wel een zekere rust nodig.”
Kamerik wijst erop dat er ook aanpassingen mogelijk zijn „zonder dat je direct de organisatie op z’n kop zet. Er wordt meer aandacht voor het kennisaspect gevraagd, de chronologie is terug in het geschiedenis- en het literatuuronderwijs, we besteden extra aandacht aan spelling, schrijfstijl en rekenvaardigheid en verschillende organisaties vragen nu om meer aandacht voor wiskunde. Al die processen kun je doorvoeren zonder direct de vakkenpakketten te wijzigen.”