Binnenland

„Een harde klap, een enorm gerinkel”

ARKEL - Joanne van der Ham was vrijdag betrokken bij het ongeval dat een groep leerlingen van de Gomarusscholengemeenschap overkwam. Een ooggetuigenverslag.

17 September 2007 11:00Gewijzigd op 14 November 2020 05:06
Joanne van der Ham
Joanne van der Ham

„Ik heb het ongeval voor mijn ogen zien gebeuren, omdat ik zelf ook in de fietsgroep zat. De groep was best wel groot. We kwamen op de Vlietskade in Arkel, en na het spoor fietsten we gewoon netjes verder, twee naast elkaar. Natuurlijk zijn er jongelui die drie naast elkaar fietsen, maar dat was vandaag niet heel erg het geval, in ieder geval niet in de kopgroep waar ik in fietste.Ongeveer 100 meter na het spoor zagen wij een auto aankomen, die van de ene kant van de weg naar de andere kant schoot. Ik voelde toen dat dit niet goed ging komen, dat dit echt een aanrijding ging worden. Hetzelfde moment -al deze gedachten schieten door je hoofd- rijdt de auto op de fietsgroep in. Hij raakte de groep in de flank, aan de zijkant dus, draaide en schoot door, de sloot in. Hij heeft twee of drie slachtoffers meegesleept. Het was een harde klap, met daaropvolgend een enorm gerinkel van fietsen en gegil, niet alleen van de slachtoffers.

Ikzelf ben bewaard gebleven, de twee die voor ons fietsten zijn ook niet geraakt, maar wel gevallen, geloof ik, omdat het een chaos was. Ikzelf had als eerste intentie: Bel 112. Ik heb geloof ik gegild dat iedereen 112 moest bellen, en heb dat zelf ook gedaan.

In eerste instantie zag het er heel erg uit, maar dat kwam ook door de overal liggende fietsen en tassen en mensen. We hebben de weg vrijgemaakt voor de ambulance, dus alle fietsen weggesleept en tassen opgeruimd. Ondertussen zijn er al slachtoffers uit het water gehaald, of rustig op de grond gelegd. Er zaten twee of drie mensen klem in de sloot. Daarna richtten we ons op het geruststellen van de slachtoffers, totdat de hulpdiensten kwamen.

Toen de eerste ambulance kwam, heeft die direct om veel meer versterking gevraagd, dat heb ik gehoord. Er kwamen steeds meer mensen bij, maar het werd ook steeds indringender. Meer sirenes, meer gegil en gekreun, mensen die door elkaar heen riepen en ook zochten naar familieleden. Zo was een vriendin van mij haar broertje kwijt; hij bleek in het water te liggen.

De slachtoffers waren er soms erger aan toe dan het leek. Ook vroeg een slachtoffer of we voor haar wilden bidden. Dat doet echt wat met je, nog meer als je de persoon -vrij- goed kent.

Toen er meer en meer versterking kwam, kregen wij ook pas de omvang van de ramp door. Voor die tijd had ik mijn gevoel gewoon ’uitgeschakeld’; je doet wat je kunt. Later ga je pas nadenken. Om halftien ongeveer zijn wij met een busje naar school gegaan. Daar zijn we heel goed opgevangen door slachtofferhulp, en hebben we er echt goed over gepraat.

We zijn opgehaald op school door een van onze ouders. Toen ik thuis was, had ik het idee dat ik het al redelijk had verwerkt, ook door de gesprekken. We zijn ook gelijk weer langs de plaats van het ongeval gereden, omdat je er anders maandag langs moet, op de fiets.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer