„Rente in natura” in Ooijpolder
PERSINGEN - De eerste landschapsveiling ter wereld heeft vandaag plaats in de Ooijpolder, in Persingen, bij Nijmegen. Mensen kunnen bieden op landschapselementen. Ze worden geen eigenaar van het stukje landschap, maar zorgen wel dat de polder een mooi natuurgebied wordt. „Dit levert rente in natura op.”
De Ooijpolder heeft nu een open aanzien”, zegt Johan Dekhuis, medeorganisator van het evenement en werkzaam bij stichting ARK Nature. „Wij willen het landschap weer een mooiere uitstraling geven. Door verschillende landschapsstroken is het gebied ook een natuurverbinding voor planten en dieren. Boeren stelden land beschikbaar. Die worden ingericht met bomen, oevers en weilanden, maar ook met wandelwegen. Recreanten kunnen daar in de toekomst genieten van het boerenland terwijl ze geen last hebben van autorumoer”, aldus Dekhuis.In de Ooijpolder kunnen belangstellenden zaterdag een boom kopen voor 10 euro of 1 meter haag voor 16 euro. Dekhuis: „We veilen ook wandelstroken. Die kosten 20.000 euro per kilometer. Dit zijn minimumprijzen. Het landschap zal dankzij de kopers tien jaar in goede staat blijven.”
Boeren die stroken grond beschikbaar stellen, lopen inkomsten mis. Dankzij de verkoop van elementen krijgen de landbouwers financiële compensatie. De veiling is georganiseerd door verschillende stichtingen zoals het Wereld Natuur Fonds, Triple E, ARK en de grondeigenaars. Deskundigen zochten uit hoe het landschap het beste ingericht kan worden.
De openluchtveiling begint om 13.00 uur. Burgemeester P. Wilders zal als veilingmeester vanaf een boerenkar de elementen verkopen. Er zijn ook kunstwerken te koop. Hij verwacht dat de belangstelling groot is. „Dit is echt een garantie voor de toekomst. Het is leuk om later door het gebied te lopen en te kunnen zeggen tegen de kinderen dat je meebetaald hebt aan dit natuurschoon”, aldus Dekhuis.
„Dit is de eerste landschapsveiling wereldwijd. Binnenkort is er in Zuid-Limburg rond Margraten een dergelijk evenement. Ook elementen uit andere natuurgebieden in ons land zullen in de toekomst geveild worden.”
Dekhuis hoopt hiermee een signaal af te geven aan de Nederlandse bevolking. „Hieruit blijkt dat burgers ook zelf een daad kunnen stellen voor natuurbehoud. Ik hoop dat de overheid hierdoor ook op het idee komt om meer voor het landschap te gaan doen.”