„Ik was als predikant niet zo’n loper”
BERGAMBACHT - Hij is blij dat hij als predikant niet op z’n 65e gedwongen werd helemaal met werken te stoppen. „Ik weet dat veel mensen die met pensioen gaan jaloers op ons zijn. Als dominee mag je ook na je emeritaat nog blijven werken. Daar ben ik erg dankbaar voor.”
Ds. W. van Gorsel, hervormd emeritus predikant, is net met zijn vrouw verhuisd naar een appartement in Bergambacht. Het is nog even wennen. En de studeerkamer is de predikant in ieder geval te klein naar z’n zin. „Ik heb m’n halve bibliotheek weg moeten doen.”Groots is het 40-jarig ambtsjubileum niet herdacht. „Ik heb gepreekt in Oude-Tonge, m’n eerste gemeente. Dat was bijzonder. Over Daniël 9:7a.” Er komt geen Bijbel aan te pas, ds. Van Gorsel citeert de tekst uit z’n hoofd. „Bij U, o Heere, is de gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid der aangezichten.” Een preek over de trouw van God tegenover onze ontrouw.”
In 1967 was Oude-Tonge de eerste gemeente waar ds. Van Gorsel werd bevestigd. Hij glimlacht. „Ik heb toen intrede gedaan met een tekst uit Hosea waar het gaat over het braken van een braakland. Want zo was Oude-Tonge toch wel een beetje. Een braakland. Ik was de eerste kandidaat die er in 247 jaar bevestigd werd.”
Is voor veel predikanten de eerste gemeente een tweede academie, zoals ds. Van Gorsel het noemt, voor hem was dat niet zo. „Ik had echt het gevoel dat we de gemeente in Oude-Tonge mochten opbouwen. En dat is toch wat anders.”
Dopen
In 1972 kwam er een beroep van de hervormde Singelkerkgemeente in Ridderkerk. „Dat was een andere gemeente dan Oude-Tonge”, herinnert zich de predikant. „Een gemeente met een echt gereformeerde body, zo heb ik het wel eens genoemd.”
In 1976 verhuisde het echtpaar Van Gorsel naar Wijk bij Heusden. „Ik wist dat ik ernaartoe moest, maar na een jaar dacht ik: Wat ben ik begonnen. Maar na zeven jaar kon ik er niet meer weg komen.”
De predikant nam in 1984 een beroep aan naar Gouda en in 1988 werd hij bevestigd in de hervormde gemeente van Schoonhoven. „Die laatste gemeente was eigenlijk een mix van allerlei stromingen.”
De nu 75-jarige predikant preekt nog vrijwel iedere zondag. „Preken, studeren en schrijven; dat is toch m’n liefste werk. En kinderen dopen, ja dat ook. Het was zo’n verrassing voor me toen onlangs de scriba van de hervormde gemeente in Ridderkerk me vroeg of ik een doopdienst wilde leiden. Graag, zei ik hem. Want doopdiensten worden in de regel geleid door de eigen predikant of de consulent. Dus als je met emeritaat bent, overkomt je die vraag niet meer zo vaak.”
De jubilaris noemt zichzelf „niet zo’n loper. Daar bedoel ik mee dat ik er vroeger nooit van hield om huisje in, huisje uit te lopen. Al die gebroken benen en armen. Maar als er nood was, dan was ik er. Het levensverhaal van mensen, daarin ben ik geïnteresseerd.”
Als eindredacteur van het Gereformeerd Weekblad publiceert ds. Van Gorsel nog regelmatig. „Ik doe dat werk al sinds 1978 en ik doe het graag. Maar met het Gereformeerd Weekblad gaat het helaas niet goed. Na de scheuring zijn we toch behoorlijk wat abonnees kwijtgeraakt aan het kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk. Jammer, want het blad voorzag, naast De Waarheidsvriend, in een behoefte. Maar ja, de mensen lezen niet meer, tegenwoordig. Vroeger werd er gelezen in een goed boek; tegenwoordig zitten ze uren achter internet. Dat vind ik triest.”
Scheuring
Ook over allerlei ontwikkelingen op het kerkelijk erf heeft hij zorgen. „De klap van de scheuring kom ik nooit meer te boven. Dat broeders zich zo uit elkaar hebben laten jagen, dat kan ik niet accepteren. Pas stond ik ergens te preken terwijl 100 meter verderop een collega preekte die nog vicariaat bij me gelopen heeft. Bevriende voorgangers, exact dezelfde prediking, maar twee gemeenten en twee kerken. Vreselijk vind ik het.”
Zelf leidt hij nog steeds een kring voor jonge predikanten. „En daar zitten zowel hervormde als hersteld hervormde predikanten op. Ik heb vooraf gezegd: Jongens, we praten niet over de kerk, we praten alleen maar over het Woord. En dat gaat goed.”
De achterliggende veertig jaar veranderde het kerkelijk leven in hervormde kring, meent ds. Van Gorsel. „We hebben de golf van de evangelische beweging gehad die over ons is heen geslagen. Niet alleen over ons trouwens, maar ook over de andere kerken in de gezindte. Dat heeft z’n sporen nagelaten. Er zei eens iemand tegen me: Vroeger had je gemeenten waar niemand iets had, nu zijn er gemeenten waar iedereen gearriveerd is, maar ’t is soms veel godsdienst zonder Christus. Daar zit wel wat waars in. En dat heeft natuurlijk ook met de prediking te maken. Ik zeg het maar vragenderwijs: Is de prediking in veel gemeenten niet vlakker geworden?”
Over de jonge generatie predikanten is de predikant uit Bergambacht zeker niet negatief. „Ik heb elf jongens gehad die vicariaat bij me gelopen hebben en ze waren er eigenlijk allemaal op gericht om wat te leren. Ik heb met bijna allemaal nog steeds contact en dat vind ik heel erg belangrijk. Het is een zegen als er in kerkenraden ouderlingen zijn die juist ook deze jonge dominees nog wat kunnen meegeven.”