Veel leraren lopen tegen hun pensioen aan. Anderen zoeken op dit moment volop naar kansen in het bedrijfsleven. Juist in achterstandswijken dreigt het grootste tekort. Volgens de commissie moet onderwijsminister Plasterk 1,1 miljard euro per jaar extra uittrekken om de salarissen op te krikken.„Dit advies gaan we uitvoeren", reageerde de bewindsman. Het lerarentekort „gaan we tot absolute prioriteit maken. Er komen enorme problemen op ons af". Tot eind oktober laat Plasterk zich nog niet uit over het benodigde geld, maar hij sluit niet uit dat de onderwijsbegroting voor 2008 moet worden opengebroken.

De commissie wil daarnaast met onmiddellijke ingang een aantal „crisismaatregelen" tegen het dreigende tekort aan leraren nemen. Rinnooy wil het huidige bestand aan leraren beter inzetten. Zij moeten minder tijd verliezen aan taken buiten de lessen. Docenten die in deeltijd werken, moeten meer uren maken.

Rinnooy Kan wil dat gepromoveerde leraren weer op de middelbare school terecht komen. Verder roept hij bedrijven op leraren te leveren. Onder andere oudere werknemers kunnen hun opgedane kennis prima op scholen kwijt.

Op de lange termijn moet echter vooral een stevige loonsverhoging mensen naar de klaslokalen lokken. Op dit moment leveren banen in het onderwijs ten minste 10 procent minder loon op dan even zware functies in het bedrijfsleven. Rinnooy Kan vindt onder andere dat leraren die hoger zijn opgeleid, meer moeten verdienen. Dat geldt ook voor vakleraren waaraan een tekort is.

Zijn commissie eist wel dat leraren zich tijdens hun carrière blijven bijscholen. Hij wil daarvoor 70 miljoen euro uittrekken. Docenten moeten in het vervolg alleen een loonsverhoging krijgen als zij goed lesgeven. Leraren moeten zich bovendien beter organiseren in een beroepsgroep.

De onderwijsbonden en de Tweede Kamer reageren positief op de voorstellen van de commissie–Rinnooy Kan. De Algemene Onderwijsbond (AOb) noemt het rapport „een overwinning voor het onderwijs". CNV Onderwijs vraagt om actie en vooral extra geld van het kabinet. De bond vindt samen met het CDA wel dat de inschaling van leraren niet helemaal afhankelijk moet zijn van de genoten opleiding.

CDA–Kamerlid Jan Jacob van Dijk deelt de analyse dat mensen in het onderwijs ook als leraar carrière moeten kunnen maken. Nu worden zij min of meer gedwongen op een gegeven moment leiding te gaan geven aan andere docenten. Tweede Kamerlid voor de PvdA Mariëtte Hamer plaatst de kanttekening dat Rinnooy Kan wat haar betreft te weinig aandacht besteedt aan de werkdruk van leraren. Zij wil hen meer ondersteuning bieden zodat docenten meer tijd voor de klas kunnen doorbrengen.