„Extra geld nodig voor internaten”
DEN HAAG - Om de kwaliteitsproblemen in de schippersinternaten op te lossen, is structureel een flinke financiële injectie nodig.
Dat stelden de sociale partners vanmorgen tijdens de presentatie van een onderzoek naar de kwaliteit en de arbeidsvoorwaarden in de achttien internaten voor schippers- en kermisjeugd in Nederland. SGP-kamerlid Van der Vlies nam het rapport in ontvangst. RMU-woordvoerder C. Baggerman toonde zich ”zwaar teleurgesteld” dat minister Rouvoet van Jeugd en Gezin de afspraak afzegde.Vanwege de moeizame onderhandelingen achtte Baggerman het tot het laatst onzeker of Rouvoet zou komen. Afgelopen donderdagavond liepen onderhandelingen met het ministerie op niets uit. ”Terwijl er structureel 7 miljoen euro extra nodig is, bood het ministerie 7 ton. Nevis, de vereniging van internaten, moest dan afzien van verdere actie richting de politiek. Daar is ze uiteraard niet mee akkoord gegaan”, zegt Baggerman.
Met de toezegging van 7 ton -bovenop de 5 ton die al beschikbaar gekomen is- voldoet het ministerie aan de motie-Van der Vlies (SGP) die de Tweede Kamer aanvaardde. Daarin werd 1,2 miljoen extra voor de internaten gevraagd.
”Mooi, maar veel te weinig”, zegt Baggerman. ”De kwaliteit van de internaten staat ernstig onder druk. Er is te weinig personeel, en stagiairs worden ingezet alsof het zelfstandige personeelsleden zijn. Er zijn relatief veel kinderen met een zorgindicatie in de internaten.
Het werk van de pedagogisch medewerkers verschilt dan ook niet zoveel van dat van hun collega’s in de jeugdzorg, dat een beloningsverschil van 400 euro gerechtvaardigd is. Daarnaast is er sprake van achterstallig onderhoud aan de gebouwen.
Door een sterke daling van het aantal bewoners kampen de internaten met veel leegstand, zodat het extra moeilijk is om de touwtjes aan elkaar te knopen.”
”De kwaliteit van de begeleiding, verzorging en opvoeding staat door een tekort aan personeel, veroorzaakt door een te lage vergoeding van de overheid (het zogeheten kindbedrag), zwaar onder druk”, stellen de sociale partners in het rapport. Ook de ouders van de kinderen, verenigd in de Landelijke Oudervereniging voor de Trekkende Beroepsbevolking (LOVT), maken zich zorgen.
Om deze problemen op te lossen heeft de werkgeversorganisatie CENSIS het voornemen om over te gaan van de CAO Schippersinternaten naar de CAO Jeugdzorg.
Om de gevolgen van deze stap inzichtelijk te maken hebben CENSIS en de vakorganisaties ABVAKABO FNV, CNV Publieke Zaak en RMU laten onderzoeken welke positie de CAO Schippersinternaten inneemt ten opzichte van andere CAO’s.
Bij de leidinggevende en lagere functies zijn de verschillen in beloning beperkt, concludeert het rapport. Voor de middenfuncties, zoals de pedagogisch medewerker, is de beloning in de CAO Schippersinternaten ”beduidend lager” dan in vergelijkbare CAO’s.
”Hier bevinden zich de belangrijke functies in het primaire proces, ongeveer tweederde van de medewerkers. Zij verdienen bruto 400 euro per maand minder dan vergelijkbare sectoren”, aldus de RMU. ”Om de overgang naar de CAO Jeugdzorg te financieren en zo de kwaliteitsslag te kunnen betalen, moet het kindbedrag verhoogd worden van 17.500 naar 24.300 euro.”
In bovenstaand bericht staat dat het ministerie voor Jeugd en Gezin 7 ton geboden zou hebben in onderhandelingen om kwaliteitsproblemen in de internaten op te lossen. Het ministerie heeft in werkelijkheid aangeboden de telling van het (dalend) kinderaantal met een jaar te vertragen. Dat levert volgens het departement in het eerste jaar een bedrag van meer dan 1 miljoen euro op.