„Probleem is dat ik te veel mensen ken”
AMSTERDAM - Hij een afperser? Geen sprake van. Een opvallend strijdlustige Willem Holleeder beet maandag in de streng beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp van zich af. „Mijn probleem is dat ik te veel mensen ken.”
In september 1998 staat Willem Holleeder in Amsterdam op de stoep bij de rijke vastgoedhandelaar Rolf Friedländer. Holleeder waarschuwt de man, oud-voorzitter van de Amsterdamse ijshockeyclub Amstel Tigers, dat zijn zoon Pel groot gevaar loopt.De jongeman wil weer aanpappen met een meisje, Pels ex-vriendin, nu het liefje van een gangster. Die misdadiger is daar laaiend over. Pel moet oppassen, weet Holleeder. Anders kan dat de jongeman zijn leven kosten.
Twee weken later staan opnieuw twee criminelen voor de deur. Misdadigers van het zuiverste water: John Mieremet en Sam Klepper, alias Spic en Span. Het gevreesde duo uit de Amsterdamse onderwereld is inmiddels zelf geliquideerd. Mieremet blijkt de man te zijn die een relatie heeft met de ex-vriendin van Pel.
Met een pistool zetten Klepper en Mieremet vader Friedländer onder druk. Hij moet 600.000 gulden betalen, wil hij zijn zoon in leven houden. Klepper schreeuwt onder meer: „Ik maak je koud! Als je niet betaalt, gaat je hele familie eraan!”
In een politieverhoor zal Friedländers vrouw, getuige van het drama, later verklaren dat haar man „groen en wit” zag van angst. Die avond verschijnen opnieuw twee beruchte criminelen op het toneel: Jan Femer (intussen geliquideerd) en Ferry de Kok. Ze zouden wel willen bemiddelen in de crisis.
Prangende vraag is nu: Was ook Willem Holleeder bij het bezoek van de Amsterdamse misdadigers Klepper en Mieremet?
Zowel Friedländer als zijn vrouw verklaarde bij de politie dat Holleeder zijn gezicht óók heeft laten zien bij het bezoek waar de vastgoedman door Sam Klepper verbaal onder handen werd genomen.
Justitie verdenkt Holleeder ervan dat hij het brein is achter een listige afpersingstruc: kom bij rijke vastgoedmagnaten met een verhaal dat ze zelf of hun familie groot gevaar lopen, bied hen bescherming aan en eis daar vervolgens veel geld voor.
„Klakkeloze onzin”, noemt Holleeder zo’n theorie. De van een hartoperatie herstellende crimineel („Ik voel me hier beter dan in het ziekenhuis”) bezwoer gisteren bij hoog en bij laag dat hij Friedländer niet heeft afgeperst. Hij zei Klepper en Mieremet niet te hebben vergezeld naar de woning van Friedländer. „Edelachtbare, ik ben geen afperser. Ik heb pertinent niet iets in elkaar gezet.”
De zaken liggen juist totaal anders, meent Holleeder. Hij heeft Friedländers zoon juist beschermd. „Ik heb Rolf gewaarschuwd dat zijn zoon gevaar liep. Verder heb ik me met die zaak niet bemoeid.”
De Heinekenontvoerder vertelde maandag dat hij daags voordat hij naar Friedländer stapte via Sam Klepper had gehoord dat Mieremet wraak wilde nemen op Pel Friedländer. De jongeman zou toenadering zoeken tot de vriendin van Mieremet.
Holleeder was naar eigen zeggen geschrokken van de moordplannen van John Mieremet. „Ik vond het te gek voor woorden. Ik zou eerst een broodje met Klepper en Mieremet gaan eten, maar had daar later geen zin meer in. Mieremet was helemaal over de rooie. Het is de psychopaat van de twee. Die Mieremet is een heel onredelijk mens. Die Pel Friedländer heeft toch recht om met zijn vroegere vriendin contacten te leggen?”
Holleeder gaf gisteren grif toe dat hij banden had met Mieremet en Klepper. „Ik weet heus wie ze zijn. Je kunt best lachen met die mannen. Mieremet heeft humor, een giftige tong. Klepper is eerlijker. Maar John was de baas. Wat hij zegt, gebeurt. Ik mag graag een broodje eten en een drankje drinken met veel mensen. Maar mijn probleem is zo langzamerhand dat ik te veel mensen ken.”
Maar zich inlaten met de duistere handel van zijn criminele vrienden? Welnee, beweerde Holleeder maandag. „Als iemand als Jan Femer in drugs doet, dan identificeer ik me daar niet mee. Dan bemoei ik me daar niet mee, ik wil geen problemen krijgen.”
Holleeder heeft maandag het openbaar ministerie de wacht aangezegd. Hij zei niet op vragen van de aanklagers te willen reageren. „Ik begin flauw te worden van de reclamecampagne die het OM tegen mij voert. Ik kan de televisie niet aanzetten, of ze hebben het over mij. Ik heb geen vertrouwen in het OM.”
Vandaag zouden de aanklagers, mr. Koos Plooy en mr. Saskia de Vries, Holleeder nader aan de tand voelen over de vermeende afpersing van Friedländer. Vragen zouden via de rechtbank worden gesteld.
Zoals het er nu naar uitziet, zal Holleeder stelselmatig alle beschuldigingen van de hand wijzen. Maandag gaf hij er al blijk van een andere visie te zullen geven op de roemruchte achterbankgesprekken, waarin Willem Endstra zich beklaagt over de beestachtige afpersingspraktijken van Holleeder. „Ik stond tussen Endstra en zijn geldeisers in. Ik heb nooit iemand afgeperst.”