Dat constateert de Rekenkamer Barendrecht in haar maandagavond gepresenteerde onderzoeksrapport ”Op gepaste afstand”.Stichting Alle-r-hande, actief in het welzijns- en opbouwwerk, krijgt de meeste subsidie van de gemeente Barendrecht: in de periode 2003-2007 bijna 2,9 miljoen euro. Voor dat geld moest Alle-r-hande producten leveren als kinderdisco’s of spreekuren voor jongeren.

Het is onduidelijk wat daarvan terecht is gekomen, stelt de rekenkamer in zijn rapport. De gemeente zou zich te veel hebben beziggehouden met de exploitatie van de stichting, terwijl er te weinig aandacht is besteed aan de geboekte resultaten, aldus de rekenkamer.

In 2003 dreigde bij de stichting een groot tekort en was de financiële situatie onduidelijk. De gemeente verscherpte toen het toezicht op de exploitatie. Dat bleef zo tot 2005, terwijl de noodzaak daartoe ontbrak. Bij de afrekening van de subsidie over 2003 en 2004 moest Alle-r-hande vanwege een positieve exploitatie een deel van de ontvangen subsidie inleveren.

De gemeente heeft de productafspraken te veel laten bepalen door Alle-r-hande zelf en heeft de kwaliteit van de voorstellen niet systematisch beoordeeld, stelt de rekenkamer. Als gevolg daarvan is bij 55 procent van de afspraken niet duidelijk waarover zij gaan en is 56 procent niet meetbaar. Daarnaast is van 63 procent van de afspraken niet duidelijk of die zijn nagekomen.

De rekenkamer vraagt de gemeente voortaan de subsidie te gaan gebruiken als middel om de door Alle-r-hande te leveren prestaties te sturen. B en W onderschrijven die aanbeveling.