Cel geeïst tegen oplichters Zeist
UTRECHT - In Utrecht is donderdag tegen de 29-jarige P. A. uit Zeist anderhalf jaar cel geeïst, waarvan een halfjaar voorwaardelijk. A. wordt verdacht van oplichting.
Tegen de 21-jarige G. K., de vriendin van A., eiste de aanklaagster een jaar celstraf, waarvan de helft voorwaardelijk, en 240 uur werkstraf. Het stel deed zich in 2005 voor als professionele schuldhulpverleners, maar ze gebruikten het geld van hun cliënten vooral voor zichzelf.Ruim twintig mensen uit heel Nederland gingen met de Zeistenaren in zee na het lezen van advertenties in lokale bladen. In die advertenties beloofden A. en K., onder de namen Altrecht, bureau voor schuldhulpverlening, of Finance Beheer, een oplossing voor mensen met financiële problemen. Om een betrouwbare indruk te maken, gebruikten ze op hun briefpapier en formulieren de logo’s van diverse officiële instanties, waaronder de Utrechtse instelling voor geestelijke gezondheidszorg Altrecht.
Na hun aanhouding bleek dat de Zeistenaren in zeven maanden tijd ruim 60.000 euro van hun klanten hadden ontvangen. Van dat geld was 41.000 euro door de verdachten uitgegeven, maar slechts een klein deel werd gebruikt om betalingen voor hun cliënten te verrichten. Het merendeel, ruim 32.000 euro, was gebruikt voor privé-uitgaven.
Volgens A., die na zijn aanhouding schuld bekende, had hij alleen hier en daar wat schulden voor zijn klanten betaald om geen onrust te wekken. De man en zijn vriendin waren gisteren niet tijdens de rechtszaak aanwezig.
Hoewel de reclassering werkstraffen adviseerde, hield de officier van justitie vast aan celstraffen, gezien de „laakbaarheid” van de handelwijze van de Zeistenaren. De eis pakte voor K. lager uit, omdat de vrouw nog geen strafblad had.
De aanklaagster eiste verder als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht voor de verdachten. Ook eiste ze dat de Zeistenaren schadevergoedingen betalen aan hun cliënten die daartoe bij de rechtbank een vordering hadden ingediend. Vijftien gedupeerden hadden van die mogelijkheid gebruikgemaakt.
Uitspraak op 20 september.