Twee medeverdachten moeten volgens aanklager Evert Harderwijk tot twee jaar gevangenisstraf worden veroordeeld. Zij hebben de gevoelige informatie van H. gestolen en vervolgens aan dagblad De Telegraaf doorgespeeld.De hele affaire kwam aan het rollen na een publicatie eind januari vorig jaar in De Telegraaf. Hierin stond informatie uit het BVD–onderzoek naar K. De krant meldde onder meer op basis van de documenten dat de groep van K. miljoenen reserveerde voor het omkopen van politie– en justitiepersoneel.

Met het geld kocht Mink K. onder meer politiedossiers. Ook zouden liquidaties zijn uitgevoerd met door de politie in beslag genomen wapens, die voor de gelegenheid werden „uitgeleend." Er is later echter nooit hard bewijs voor deze mogelijke corruptie op tafel gekomen.

H. ontkent dat hij de geheime BVD–informatie aan Mink K. heeft gegeven. De ex–medewerker van de BVD zegt dat hij er in is geluisd door de twee medeverdachten. Die hebben hem, volgens eigen zeggen, het lekken in de schoenen geschoven, uit rancune wegens een zakelijk geschil. Paul H. had namelijk een aanzienlijke schuld bij een van de twee medeverdachten.

Volgens aanklager Harderwijk is uit het onderzoek gebleken dat het materiaal van de BVD dat bij De Telegraaf is terechtgekomen, alleen allemaal beschikbaar was voor H. Zijn collega’s beschikten namelijk wel over delen maar niet over alle informatie die aan De Telegraaf was gelekt. Ook is er informatie dat H. de gevoelige informatie aan Mink K. heeft verkocht. Zo is er een briefwisseling gevonden waarin H. en K. hierover onder schuilnamen zouden onderhandelen.

Verder ligt er een verklaring van een getuige die zegt dat de inmiddels geliquideerde vastgoedhandelaar Willem Endstra informatie uit deze stukken had. Endstra had die weer van Mink K. gekregen, aldus de getuige.

De officier van justitie vindt vijf jaar cel op zijn plaats, omdat H. met het lekken van de BVD–informatie (ex–)bronnen van de inlichtingendienst in groot gevaar heeft gebracht. Zeker nu hij die heeft verstrekt aan de man die onderwerp van onderzoek was. „De identiteit van de bronnen is voor ingewijden zeker te herkennen", meent Harderwijk. „Dat valt niet te vergeven."

De advocaat van Paul H., Bas Martens, hield de rechters voor dat er geen concreet bewijs tegen zijn cliënt is. „Er zijn geen staatsgeheimen bij mijn cliënt gevonden. Verder ontkent hij ook met Mink K. gecorrespondeerd te hebben. Dat is ook niet hard gemaakt. Er ligt slechts een belastende verklaring. Die is echter onbetrouwbaar gebleken omdat die vijf keer is veranderd."

De behandeling van de zaak wordt naar verwachting dinsdag afgerond.