Het Openbaar Ministerie vervolgde Reawaruw voor het leiden van een criminele organisatie. Die zou eind 2000 aanslagen hebben gepleegd om aandacht te vragen voor het geweld op de Molukken.

Het gerechtshof in Arnhem concludeerde begin deze zomer dat justitie die aanklacht niet hard kon maken. Hetzelfde rechtscollege veroordeelde wel twee andere Molukkers, waarmee Reawaruw zou hebben samengewerkt. Zij kregen vier en zes jaar gevangenisstraf.

Beiden bekenden dat ze met brandbommen aanslagen pleegden op onder meer een trein bij Elst, het gemeentehuis in die plaats en een politiepost in Lunteren. Reawaruw eiste enkele van die aanslagen op namens de organisatie Maluku Warchild.

De claim is volgens Hiddema opgebouwd uit persoonlijk schade die zijn cliënt heeft opgelopen door de zware verdenking tegen hem. Dat leidde privé tot veel problemen. Ook is Reawaruw ten onrechte neergezet als een leider van een criminele organisatie die terroristische bedoelingen had. Tevens heeft hij advocatenkosten moeten maken om zich te verdedigen, stelt de raadsman.

De hele verdenking tegen Reawaruw leidde er ook toe dat het jaarcontract dat hij destijds had, niet werd verlengd. De Molukse actievoerder heeft door de affaire nog steeds problemen om aan een vaste baan te komen, omdat de verdenking en de rechtszaken tegen hem uitgebreid in het nieuws zijn geweest.

Reawaruw haalde in 2000 uitvoerig de media met zijn zelf opgerichte organisaties People Against Genocide (PAG) en Maluku Warchild. In mei 2001, nadat het toen enigszins rustig was geworden rond Maluku Warchild, lichtte een arrestatieteam Reawaruw van zijn bed.

Na drie weken voorlopige hechtenis stelde de raadkamer van de rechtbank hem op vrije voeten. Dat was een dag nadat de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) in haar jaarrapport had gesteld dat Maluku Warchild een eenmansactie was. Het OM bleef er toen echter bij dat Maluku Warchild een criminele organisatie was.