’s Heeren Loo start islamitische woonvorm
ALMERE - Voor het eerst in de geschiedenis gaat de christelijke zorginstelling ’s Heeren Loo een woonvorm op islamitische grondslag opzetten. Rond 2010 moeten in het zorghuis in Almere zo’n 25 gehandicapte kinderen terecht kunnen.
Het idee voor de islamitische woonvorm ontstond na contacten met een zestal islamitische vrouwen, aldus Jos Artz, manager diversiteit bij ’s Heeren Loo. Moskeebesturen, een woningbouwvereniging en de gemeente staan achter het voornemen. Volgende week donderdag zullen de plannen in Almere worden toegelicht.De oprichting van het islamitische opvanghuis onder de vlag van ’s Heeren Loo heeft tot doel moslimkinderen met een verstandelijke handicap beter te kunnen bereiken, aldus Artz. „Ons is de afgelopen jaren gebleken dat het lastig is om hulp te bieden aan islamitische families met gehandicapte kinderen. Vanuit religieuze context wordt een kind met een handicap daar vaak gezien als een zegen die je hebt te aanvaarden of juist als een straf op zonde. Je moet problemen binnenskamers oplossen, is de gedachte. Toch hebben ook deze kinderen professionele hulp nodig. Of ze nu Jantje of Achmed heten, op een gegeven moment willen die kinderen met een verstandelijke beperking de straat op. Daarbij is goede opvang en begeleiding nodig.”
In het opvanghuis in Almere zal halal (volgens islamitische voorschriften) worden gegeten. Ook komt er een stilteruimte. Er zal volgens Artz ook plaats zijn voor niet-islamitische werknemers en niet-islamitische kinderen. „De vrouwen die nauw betrokken zijn bij het initiatief hopen zelfs dat er christelijke en joodse kinderen komen. Dat vinden ze goed voor de maatschappelijke integratie.”
Artz zegt zich „absoluut” te kunnen voorstellen dat het bevreemding wekt dat een vanouds protestants-christelijke organisatie een islamitisch opvanghuis op poten zet. „Ik krijg daar vragen over. Bijt dat elkaar niet? Een algemeen christelijke instelling die een islamitische opvang opricht? Wij verkwanselen onze christelijke grondslag niet. Het bieden van goede zorg staat voorop. We kijken naar de context waarin we werken. Zo doen we dat bijvoorbeeld ook in Urk, een dorp met een eigen cultuur. Daar hebben we er in overleg met mensen ter plekke in toegestemd dat werknemers van het dorp zelf komen.”
Artz ziet het als een „maatschappelijke plicht” om een opvang op islamitische grondslag te realiseren.
„Wat gebeurt er als je het níét doet en de ontwikkelingen op zijn beloop laat? Ik vind dat we geen nee mogen zeggen. Dan ontberen kinderen dringende hulp of ontstaan sterk etnische ziekenhuizen en sterk etnische organisaties, waar de reguliere zorg niet of nauwelijks bij betrokken is. In onze plannen is juist ruimte voor samenwerking tussen moslims en niet-moslims met respect voor elkaar standpunten.”
Een politicus als Wilders waarschuwt voortdurend voor de islamisering van Nederland. Is het islamitische opvanghuis daar een symptoom van?
„Onlangs zei iemand die bij ons project betrokken is dat juist Wilders op bezoek zou moeten komen”, reageert Artz. „Dan zal hij merken dat, om het wat theatraal te zeggen, de zorg voor de naaste centraal staat. Dat verbroedert, ondanks de verschillen die er zijn.”
Volmondig erkent Artz dat samenwerking tussen niet-moslims, christenen en moslims in het opvanghuis tot spanningen kan leiden. „Er zijn verschillen, zeker op theologisch gebied. Ik weet ook niet waar dit toe leidt. In hoeverre ga je met elkaar mee?
Bij ’s Heeren Loo willen we bijvoorbeeld dat onze medewerkers zondags gelegenheid krijgen om naar de kerk te gaan, voor moslims is vrijdag de bijzondere dag. Daarover zullen we in gesprek moeten gaan.”