Het in een dekbed en bloemensprei verpakte dode meisje werd op 16 februari in het Zuid–Hollandse Ouderkerk aan den IJssel langs een landweggetje aangetroffen. Zij was met een sjaal gewurgd. Het bleek de politie al gauw dat er sprake was van ernstige gezinsproblemen omdat de thuiswonende dochter op jonge leeftijd haar maagdelijkheid had verloren. Ze stond op het punt samen te gaan wonen met een jongen.

De 41–jarige vader A.H. van het meisje werd op 18 september al conform de eis veroordeeld tot tien jaar cel wegens het medeplegen van moord. De rechtbank gaat er vanuit dat de moeder niet mee heeft geholpen bij het wurgen van haar dochter. Wel wordt het haar ernstig aangerekend dat ze niets heeft gedaan om de dood van Sudobe te voorkomen. Tegen de moeder was acht jaar gevangenisstraf geëist.