Feiten over mond– en klauwzeer
DEN HAAG (ANP) – Boeren in Nederland zijn zeer bezorgd nu de gevreesde dierziekte mond– en klauwzeer na zes jaar weer is opgedoken in Europa. De belangrijkste feiten over deze ziekte op een rij (Bronnen: Centraal Instituut voor DierziekteControle Lelystad, LTO Nederland).
- Mond– en klauwzeer (Aphtae epizooticae) is een zeer besmettelijke dierziekte. Zoals de naam al aangeeft, ontstaat de ziekte in en rond de mond en aan de klauwen.- De incubatieperiode van de ziekte (de periode tussen de infectie en de eerste zichtbare symptomen van de ziekte) varieert van twee tot veertien dagen. Na één tot twee weken zijn de meeste dieren genezen. Bij schapen en geiten verloopt de ziekte meestal vrij mild. Bij rundvee en varkens zijn de gevolgen veel ernstiger.
In het begin krijgt het dier 40 tot 42 graden koorts. De eetlust verdwijnt volledig. Als eerste duidelijk herkenningsteken vormt zich een blaar. Deze zit meestal op de tong en wordt daardoor niet altijd meteen opgemerkt. In de blaar vermenigvuldigt het virus zich snel. Via de lymfekanalen breidt de ziekte zich verder uit. Door de blaren gaan de dieren extra speeksel produceren, waardoor de dieren gaan kwijlen en smakken. Vrijwel alle dieren worden ziek, maar slechts twee tot drie procent van de runderen en varkens sterft. Jonge dieren sterven relatief vaker aan de ziekte.
Op de tweede en derde dag na de eerste symptomen kunnen blaren ontstaan over het hele lichaam. De blaren breken na enkele dagen door en herstellen langzaam. De dieren lopen dan kreupel. In dit stadium zijn de dieren zeer ziek. De melkproductie stopt vrijwel helemaal.
Na zeven tot tien dagen ziekte begint langzaam de genezing. De eetlust keert terug, maar de melkproductie blijft laag. De dieren kunnen het virus uit blijven scheiden, waardoor er gevaar blijft voor nieuwe gevallen.
Runderen en schapen zijn al te infecteren als ze 10 tot 25 virusdeeltjes inademen. De wand van een blaar kan tot 10.000.000.000 virusdeeltjes per gram bevatten. Melk, ontlasting en sperma kunnen tot 1.000.000 virusdeeltjes per milliliter of gram bevatten.
Mkz is ongevaarlijk voor mensen. Mensen kunnen besmet raken met de ziekte door contact met besmet vee, door het drinken van besmette rauwe melk of door het eten van besmet, rauw vlees. Maar ze worden er niet ernstig ziek van.
De ziekte komt al eeuwenlang voor onder evenhoevigen (rundvee, varkens, schapen, geiten en herten). In 1838 werd Nederland voor het eerst geteisterd door mkz; sindsdien sloeg de ziekte vaker toe.
Mkz komt in grote delen van de wereld voor, zoals in delen van Afrika, Zuid–Amerika en Azië. De laatste grote uitbraak van MKZ in Europa was in 2001. Het virus bereikte toen het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Frankrijk en Nederland.
In Nederland werden 26 bedrijven besmet verklaard tijdens de laatste uitbraak. Er werd besloten om preventief te ruimen. Op ongeveer 2600 bedrijven werden in totaal 260.000 evenhoevigen afgemaakt.
Er zijn zeven typen mkz–virus. De EU heeft vaccins in voorraad tegen alle zeven typen en staat lidstaten toe om noodvaccinaties tegen mkz uit te voeren.