Dat stelt het Platform Telemedicine Nederland (PTN), dat de knelpunten op dit terrein in kaart heeft gebracht. Zorgverzekeraars worden niet geprikkeld om de zogeheten telemedicine in te kopen. Bovendien doen ze er vrijwel niets aan om het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) zover te krijgen om tarieven vast te stellen. En dat terwijl patiënten veel baat hebben bij deze middelen, die bovendien vaak goedkoper uitpakken dan de traditionele behandelingen.

Zo hoeven diabetes- en hartpatiënten met hulp van monitoring van hun kwaal op afstand minder vaak naar het ziekenhuis. Het apparaat is weliswaar in aanschaf duurder, maar op langere termijn scheelt het in de kosten voor de specialist en het ziekenhuis.

Patiëntenclubs en fabrikanten van de apparatuur dringen wel aan op tarieven en daarmee vergoeding. De zorgverzekeraars zouden bij het CTG hierop kunnen aandringen, maar vooral zij laten het afweten, stelt P. van der Wel, directeur van het betrokken platform voor de informatiesamenleving EPN.

„Zorgverzekeraars worden nu niet aangespoord efficiënt te werken. Ze kunnen de premies verhogen als ze niet uitkomen met het geld.” Volgens hem vragen zorgverzekeraars om bewijzen dat telemedicine goedkoper is. „Dat is moeilijk aan te geven. Vaak verdienen de kosten zich pas op langere termijn terug en komen de besparingen uiteindelijk op een andere plaats terecht”, zegt Van der Wel. Hij heeft hoop op het nieuwe beleid van minister Bomhoff van VWS, die meer efficiency in de zorgsector nastreeft.

Het Platform Telemedicine Nederland pleit ervoor dat zorgverzekeraars hun verantwoordelijkheid nemen, de wet- en regelgeving omtrent ict wordt aangepast en succesvolle experimenten worden overgenomen in andere regio’s. „Nu bloeden die gewoon dood, zodat waardevolle ervaring verdwijnt.”

Het rapport wordt morgen overhandigd aan drs. N. Oudendijk, de directeur op het ministerie van Volksgezondheid die belast is met innovatie.