„Stressklachten veteraan overschat”
UTRECHT - De uitzending van Nederlandse militairen naar Irak heeft tot minder gevallen van posttraumatische stressstoornis (PTSS) geleid dan altijd werd aangenomen.
Niet 10 procent, maar ongeveer 3,5 procent van de veteranen ontwikkelde deze stoornis.Dat blijkt uit een woensdag gepubliceerd onderzoek van de Utrechtse psychologen Iris Engelhard en Marcel van Hout.
PTSS als gevolg van uitzending naar Irak is een „zeldzaamheid”, concluderen zij. Maar Iris Engelhard benadrukt dat op basis van het onderzoek niets gezegd kan worden over de kans op een PTSS bij militairen die nu in Uruzgan zitten. Daar verricht ze momenteel onderzoek naar. „De stoornis is zeer gerelateerd aan het aantal bedreigende incidenten dat militairen meemaken.”
Vooralsnog ging men er op basis van Amerikaans onderzoek vanuit dat ongeveer 13 procent van de Irakgangers PTSS had ontwikkeld. Dit was gebaseerd op vragenlijsten die de militairen zelf moesten invullen. De Utrechtse wetenschappers hanteerden eerst vragenlijsten bij ongeveer 500 Nederlandse militairen die in 2004 en 2005 in Irak hadden gezeten. Op basis daarvan zou 11 procent een PTSS hebben opgelopen. Uit interviews voor en twee keer na hun uitzending bleek dat echter veel minder te zijn.
Volgens de onderzoekers geven de vragenlijsten geen betrouwbaar bewijs of de klachten wel het gevolg zijn van de uitzending. Uit het onderzoek van de Utrechtse wetenschappers blijkt dat klachten ook wel eens te maken hadden met bijvoorbeeld relatieproblemen, maar dat is een kleine minderheid.
Bij de vragenlijsten wordt ook niet nagegaan of de klachten een belemmering vormen bij het functioneren, terwijl dit een voorwaarde is voor de diagnose PTSS. Sommige militairen hadden wel klachten, maar waren nog wel in staat om te functioneren. De resultaten van het onderzoek verschenen woensdag in het wetenschappelijk vakblad British Journal of Psychiatry.