Eis: werkstraf voor mishandelen peuter
ZWOLLE - Tegen de 40-jarige D. C. T. uit Kampen is dinsdag voor de rechtbank in Zwolle zes maanden voorwaardelijke gevangenisstraf, een werkstraf van 240 uur en verplicht reclasseringscontact voor mishandeling van zijn dertien maanden oude dochtertje geëist. Bovendien eiste de officier dat de man twee jaar geen contact heeft met het kind.
Vlak na de geboorte van zijn dochtertje, in januari 2005, ging het al fout. T. kon niet aan het kind wennen. Als het meisje huilde vanwege darmkrampjes kneep hij de baby in het borstbeen of het middenrif om haar stil te krijgen. De climax kwam in februari vorig jaar: T. tilde zijn dochtertje op en liet haar op de grond vallen. Het meisje brak beide armpjes en bezeerde haar gezichtje.T. kreeg eerder een zoontje, dat intussen vierenhalf jaar is. Dat leverde geen enkel probleem op. De moeizame relatie met vrouwen speelde hem mogelijk parten bij de verhouding met zijn dochtertje. Het kind huilde veel, en daar kon hij niet tegen. Zijn vrouw merkte al snel dat er iets schortte aan de omgang tussen haar man en hun dochter en verbood T. het kind nog langer te knijpen. Ook durfde zij T. amper met de baby alleen thuis te laten. Op een zondag in februari vorig jaar gebeurde dit toch. De vrouw ging met haar zoontje de eendjes voeren en T. bleef thuis met het meisje.
T. zei dinsdag voor de rechtbank dat hij zijn dochtertje uit de box had gehaald, had opgetild en op de grond had laten vallen. Daarna zou hij tegen haar gezegd hebben dat ze maar moest gaan kruipen.
Dat de armpjes van het kind gebroken waren bleek pas dagen later, toen zijn vrouw met het kind naar de huisarts ging. Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en de Raad van de Kinderbescherming werden erbij betrokken en uiteindelijk werd T. in mei aangehouden. Op voorwaarde dat hij geen contact met zijn dochtertje zou hebben, werd hij een paar dagen later vrijgelaten. Hij woont niet meer bij zijn gezin, maar ziet zijn vrouw en zoontje nog regelmatig.
Dat de Kampenaar pas dinsdagvoor de rechtbank moest verschijnen, had te maken met nader röntgenonderzoek, dat justitie wel, maar T.’s vrouw niet wilde. Na maanden getouwtrek kwam dit afgelopen april rond en kon bekeken worden of het meisje nog meer verwondingen had opgelopen. Dat bleek niet zo te zijn en ook was er geen sprake van blijvend letsel.
In de tussentijd is T., die licht verminderd toerekeningsvatbaar wordt geacht, aan een behandeling begonnen die herhaling moet voorkomen.
Uitspraak op 14 augustus.