Een woordvoerster van de tuin liet maandag weten dat deze verzameling met de naam Carnivora de grootste in haar soort is van het continent. De Leidse hortus is al de thuisbasis van een groot aantal soorten vleesetende planten.Van 18 tot en met 26 augustus wordt de collectie in de zogeheten wintertuin, een grote kas in de hortus, aangevuld door verzamelaars en kwekers.

De vleesetende planten zijn in alle soorten en maten te zien. Zo is er de venus vliegenval, die met zijn bladeren, als waren het vanghandjes, insecten in een dodelijke omhelzing lokt en deze binnen een paar dagen verorbert.

„Een van de hoogtepunten van de tentoonstelling is de cobralelie, die vanuit Californië wordt ingevlogen”, vertelt samensteller Art Vogel. „De beker van deze zeldzame plant heeft een behoorlijke omvang en ziet er uit als de kop van een cobra.”

Vliegen, wespen en spinnen zijn de meest gangbare prooien van de vleesetende planten. Ook zijn er exemplaren te zien uit Azië, die wel eens een kikkertje of een muis te grazen nemen.

De Carnivora vindt jaarlijks in een botanische tuin in Europa plaats. Vijf jaar geleden was de expositie ook in Leiden te zien. „Vooral de diversiteit in getoonde soorten is toegenomen. We stellen nu exemplaren uit alle continenten in hun eigen biotoop tentoon”, aldus Vogel.