Israël reikt Fatah verder de hand
JERUZALEM - Israël is de Palestijnse regering van president Mahmud Abbas zondag opnieuw tegemoetgekomen. De regering beloofde de jacht op 180 gezochte militanten van Fatah te staken. Ook mag een verbannen Palestijnse leider voor het eerst in veertig jaar een bezoek brengen aan de Westelijke Jordaanoever.
Enkele tientallen militanten ondertekenden zondag een document waarmee ze het geweld afzwoeren. Sommige leden van de gewapende tak van Fatah, de al-Aqsa Martelaren Brigades, leverden ook wapens in. „Ik wil een gewoon leven leiden zonder de dreiging van Israëlische sluipmoorden en arrestaties”, aldus een van de al-Aqsaleiders.De Israëlische premier Ehud Olmert wil met de geste de positie van de gematigde Abbas verder versterken. De president is verwikkeld in een felle strijd om de macht met de radicale Hamasbeweging, die de Gazastrook volledig controleert. De afgezette regeringspartij erkent de staat Israël niet en weigert het geweld af te zweren.
Beiden ontmoetten elkaar vermoedelijk maandag in Jeruzalem om details over het amnestieprogramma uit te werken. Door Abbas te steunen hoopt Israël Hamas uiteindelijk buitenspel te zetten. Olmert had Abbas al eerder beloofd gedetineerde Palestijnen vrij te laten, vooral Fatahleden.
Zondag hoorde evenwel ook de leider van het linkse Democratisch Front voor de Bevrijding van Palestina (DFLP) dat hij woensdag een bijeenkomst mag bijwonen van de overkoepelende Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO.
Nawaf Hawatmeh, die sinds 1967 in Syrië is, wordt door Israël verantwoordelijk gehouden voor een bloedig verlopen gijzeling van joodse kinderen op een school in het noorden van Israël. Bij de reddingsactie in mei 1974 kwamen 26 Israëliërs, vooral tieners, om het leven. Vier jaar eerder doodden militanten van de DFLP twaalf inzittenden van een schoolbus.
Hawatmeh wilde in 1993 niets weten van de Oslo-akkoorden, waarmee autonomie voor de Palestijnen werd geregeld. Zijn communistische beweging is sinds de tweede Palestijnse opstand, die in september 2000 begon, echter overvleugeld door groeperingen die hun wortels vinden in de islam. De laatste jaren staat hij meer open voor onderhandelingen met Israël.
Mensenrechtengroepen en Palestijnse zakenmannen zeiden zondag dat ongeveer 80 procent van de fabrieken in de Gazastrook de afgelopen maand de deuren heeft moeten sluiten, omdat Israël de grensovergangen dicht houdt. Daarmee worden de 1,5 miljoen Palestijnen in Gaza nog afhankelijker van humanitaire hulp, zei Michael Bailey van Oxfam. Nog niet zo lang geleden ontving al 85 procent van de Palestijnen een of andere manier van hulp.
Israël claimt de overgangen dicht te houden uit veiligheidsoverwegingen en omdat Hamas aan de macht is gekomen. Het is volgens Israël onmogelijk met de militante organisatie het vervoer van hulpgoederen naar Gaza te coördineren. Israël weigert met Hamas te praten.
Sinds Hamas rivaal Fatah uit Gaza verdreef heeft Israël alleen nog toegestaan dat voedsel en medicijnen naar Gaza werden gebracht, zei voorzitter Bassim Khoury van de Palestijnse Industriële Federatie. Palestijnse bedrijven zijn niet in staat om materiaal te importeren of hun goederen te exporteren.
Volgens Khoury werken er 120.000 Gazabewoners in de fabrieken en zijn veel van hen ontslagen. De fabrieken die nog wel open zijn draaien op 60 procent van hun capaciteit. Voor de laatste crisis zat al eenderde van de Gazabewoners zonder werk.
Eigenaar Mohammed al-Talbani van de Al Auda koekjesfabriek heeft 270 van zijn 370 werknemers de laan uitgestuurd. Het ’wurgen’ van Gaza maakte Hamas niet minder populair, zei hij. ’Integendeel. De economische wurggreep drijft mensen tot extremisme. In Gaza krijgen mensen voedselhulp van Hamas en geven ze Israël de schuld van de sluiting.’