Energie-eiland alternatief voor grote centrale
APELDOORN - Een grootschalig energie-eiland in de Noordzee kan de bouw van een grote elektriciteitscentrale uitsparen. Dat blijkt uit een haalbaarheidsstudie van energieconsultant KEMA en ingenieursbureau Lievense in opdracht van de Nederlandse elektriciteitsbedrijven en netwerkbeheerder TenneT.
Het kunstmatige eiland bestaat uit een gesloten ringvormige zanddijk van 200 tot 300 meter breed en 8 meter boven zeeniveau. De dijk is gebouwd op een tientallen meters dikke laag klei die van nature in delen van de Noordzee ligt. „Deze laag voorkomt dat grondwater van onderaf het meer binnenkomt”, zegt Dick Zwemmer, oud-directeur van het bureau Lievense en een van de bedenkers van het plan. De dijken worden versterkt met een wand van bentoniet, een waterdichte kleisoort.Het energie-eiland werkt als een omgekeerd stuwmeer, een zogenaamd valmeer. Het waterniveau binnen het valmeer varieert van 32 tot 40 meter onder zeeniveau. Bij een overschot aan elektriciteit -vooral ’s nachts- wordt water uit het meer in zee gepompt. Bij een tekort stroomt er zeewater het meer binnen, zodat een aantal turbines wordt aangedreven.
Het meer kan gedurende twaalf uur een vermogen van 1500 megawatt aan het landelijk net leveren, voldoende om jaarlijks 1,5 tot 2 miljoen huishoudens van energie te voorzien. Deze energiebuffer heeft direct voordeel voor bestaande elektriciteitscentrales, stellen de bedenkers. Deze kunnen namelijk ook ’s nachts op vol vermogen draaien en werken daardoor efficiënter. Het meer werkt ook als een waardevolle buffer voor sterk wisselende energiebronnen zoals windmolens.