Kabinet beraadt zich op aanbesteding ov
DEN HAAG - Een Kamermeerderheid heeft zich gisteren per motie uitgesproken tegen verplichte aanbesteding van het stadsvervoer in de vier grote steden. Het kabinet, dat voor verplichte aanbesteding is, gaat zich op de situatie beraden.
Een krappe Kamermeerderheid stemde gisteravond in met een motie van regeringspartij PvdA om de vier grote steden -Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht- niet langer te verplichten hun openbaar vervoer aan te besteden. Staatssecretaris Huizinga van Verkeer had de motie eerder op de dag sterk ontraden. „Ik ga de motie in het kabinet bespreken”, zei ze. „We moeten bekijken hoe om te gaan met de ontstane situatie.” De bewindsvrouw wilde niet vooruitlopen op de uitkomst van dat beraad.In de wet staat dat overal het stads- en streekvervoer moet worden aanbesteed. De staatssecretaris hamerde er de afgelopen tijd op dat de Kamer, inclusief de PvdA, daarmee vorig jaar heeft ingestemd. „Je moet je als Kamer houden aan je eigen keuze en niet een andere richting inslaan.”
Ze verweet de Kamer „onbehoorlijk en inconsistent bestuur.” Een van de vier grote steden, Utrecht, heeft zijn gemeentelijk openbaar vervoer namelijk al verkocht. De drie andere grote steden hebben dat nog niet gedaan en die mogen daar nu, als het aan de Kamer ligt, van afzien. Huizinga vindt dat oneerlijk voor Utrecht.
Verkeerswethouder T. de Weger van Utrecht reageerde gisteren voor de stemming verbitterd op de motie van de PvdA. „Wij hebben hier helemaal niets meer aan. Ik heb echt moeite met deze keuze. Degene die het het netst doet, wordt gestraft.” Utrecht heeft overigens geen spijt van de aanbesteding, aldus De Weger. „We krijgen zo de meeste waar voor ons geld.”
De steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag staan volgens de wethouder net als Utrecht positief tegenover aanbesteden. „Ook als ze straks mogen afzien van aanbesteding, zullen ze het toch doen”, is zijn verwachting.