Het ministerie benadrukt dat het een tijdelijk probleem is. Vanaf september worden vier nieuwe, volwaardige opleidings– en verbindingsteams ingevlogen. De OMLT’ers vormen een van de belangrijkste schakels tussen de Nederlandse ISAF–militairen en de lokale veiligheidstroepen.Zij leiden het leger op dat op de lange termijn de taken van de NAVO–stabilisatiemacht ISAF moet overnemen. Maar ze gaan ook mee met het Afghaanse leger bij patrouilles en missies. Op die momenten vormen ze het contact tussen het Afghaanse leger en de ISAF–troepen.

Het OMLT in Uruzgan speelde vorige maand ook een belangrijke rol bij de slag met de Taliban om het district Chora, ongeveer 40 kilometer ten noordoosten van het Nederlandse hoofdkwartier bij Tarin Kowt.

In het gesprek met het AD stelt commandant Van Griensven verder dat de Afghaanse chef van het district Chora, Ibrahim, in de categorie „moeilijk te vertrouwen" valt. Hij reageerde daarmee op een verhaal van een Afghaanse bewoner uit het gebied, die meldde dat Ibrahim tijdens de gevechten om Chora vluchtelingen vanuit een moskee weer naar huis had gestuurd op een moment dat het volgens de Nederlanders nog niet veilig was. Hierdoor zouden minstens negen burgerdoden zijn gevallen.

Op dit moment lopen er verschillende onderzoeken naar het aantal burgerdoden en gewonden die bij de slag om het Chora–district zijn gevallen. Hoewel er de afgelopen week slechts één keer een vuurcontact was tussen de Nederlandse militairen en vijandelijke strijders, blijft de veiligheid in de gebieden rond het stadje Chora Defensie zorgen baren. Volgens een woordvoerder is er sprake van een „gespannen rust" in het gebied.

Op 1 juli is commandant kolonel Ben Ruijs van de Air Task Force in Kandahar afgelost door kolonel Ron Hagemeijer. Daags daarvoor waren er nog F–16’s ingezet om ISAF–grondtroepen te helpen in de provincies Helmand en Zabul. Volgens Defensie zijn daarbij vermoedelijk slachtoffers gevallen aan de zijde van de tegenstander.