Remak ging in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank in Amsterdam, die haar begin dit jaar veroordeelde tot twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan drie voorwaardelijk. De rechter achtte bewezen dat ze bewust heeft nagelaten haar inkomsten van haar werk bij het ministerie van Financiën en bij de Provinciale Staten te melden. Ze wist op dat moment dat die van invloed waren op haar wachtgelduitkering, die ze voor haar werk in de Tweede Kamer (1998–2002) ontving, luidde het vonnis.De ex–politica kwam volgens eigen zeggen nu pas met de nieuwe verklaring, omdat ze voorafgaand aan de rechtszaak niet had verwacht dat haar zo’n hoge straf boven het hoofd hing. De specialist had haar in mei 2002 verzekerd dat ze met haar salaris bij de belastingdienst en de vergoeding als statenlid bij Provinciale Staten de maximale grens aan bijverdiensten niet zou overschrijden. De formulieren die ze kreeg toegestuurd om dit op aan te geven, hoefde ze volgens hem niet in te vullen.

Overigens verklaarde Remak dat ze dit verhaal in een verhoor met een opsporingsambtenaar van het UWV wel had verteld, maar dat daar verder niets mee is gedaan. Het gerechtshof stemde daarom in met het verzoek van haar advocaat Gerard Spong om zowel de specialist als de opsporingsambtenaar als getuige te horen.

Dit besluit was tegen het zere been van advocaat–generaal K. Janssen, die de nieuwe verklaring afdeed als een „indianenverhaal". „Het komt als een konijn uit de hoge hoed. Ik vind het ongeloofwaardig", zei Janssen. Volgens haar had de oud–politica, die is afgestudeerd op fiscaal recht, zelf kunnen bedenken dat het een opmerkelijk verhaal was en dat ze de telefonisch toegezegde uitleg van de specialist zwart op wit had moeten zetten.

De behandeling van het hoger beroep is uitgesteld tot 29 augustus.