Hirsch Ballin verwerpt geweld tegen homo’s
DEN HAAG (ANP) – Minister Ernst Hirsch Ballin (Justitie) vindt het „onaanvaardbaar" dat drie jongeren eind mei in Amsterdam een homo in elkaar hebben geslagen en hem daarna in het water hebben gegooid. Hij stelde dat donderdag in antwoord op schriftelijke vragen van de PVV in de Tweede Kamer.
Het strafrechtelijk onderzoek naar het incident is nog in volle gang. De politie heeft prioriteit aan de zaak gegeven, maar heeft de verdachten nog niet opgespoord. De drie jongeren, vermoedelijk Marokkanen, die de 38–jarige man ’s nachts in het water hadden geduwd, hebben het slachtoffer daar lange tijd laten rondzwemmen. Het drietal bleef langs de kant staan en bekogelde hem met takken.Vorige week werden in Amsterdam opnieuw twee homo’s mishandeld. De politie hield zes mannen aan. De Amsterdamse afdeling van de homobelangenorganisatie COC luidde een maand geleden de noodklok over de veiligheid van homo’s in de hoofdstad. Volgens het COC neemt het aantal mishandelingen van homo’s toe en lijkt het ’ouderwetse potenrammen’ terug te zijn.
De Amsterdamse politie heeft dit jaar al tien aangiften van geweld tegen homo’s binnengekregen. In heel 2006 waren dat er vijftien.
„Geweld, waaronder geweld tegen homoseksuelen, is onaanvaardbaar, ongeacht door wie het gepleegd wordt", schrijft Hirsch Ballin. De politie moet aangiften en meldingen van geweld volgens hem altijd opnemen.
De PVV wil dat de daders van het incident van eind mei als aanvullende straf een Amsterdamse darkroom moeten schoonmaken. Als de rechter een werkstraf oplegt, is het volgens de minister aan de reclassering om aard en locatie van de werkzaamheden te bepalen. Het werk moet dan wel zoveel mogelijk een publiek doel dienen en zinvol zijn, aldus Hirsch Ballin.