Middelharnis mag marine met rust laten
DEN HAAG - De gemeente Middelharnis hoeft geen actie te ondernemen tegen defensie, in verband met de demagnetiseerinstallatie die de marine op de Buitendijk aan het Haringvliet heeft staan.
Dat heeft de Raad van State in hoger beroep bepaald. Eerder vroeg grondeigenaar Kadeweg bv aan de gemeente om tegen defensie op te treden. Kadeweg bezit een groot deel van het dijktalud en de aanliggende wateren van de Buitendijk.De grondeigenaar ligt al twintig jaar met het ministerie van Defensie over het gebruik van zijn grond en water overhoop. Kadeweg vond dat de milieuvergunning voor de installatie niet deugde. Hij wilde dat de gemeente Middelharnis defensie tot orde zou roepen en een strengere milieuvergunning zou eisen. De Raad van State vindt dat niet nodig.
De Raad stelt dat de verleende vergunning in orde is en dat de gemeente geen reden heeft om defensie te dwingen extra milieumaatregelen te nemen. Het gaat om een installatie die ijzeren rompen van marineschepen, vooral mijnenvegers, demagnetiseert. Op die manier lopen ze minder risico om bijvoorbeeld in de Perzische Golf op zeemijnen te lopen.
Op de Buitendijk staat een gebouwtje met meetapparatuur dat is verbonden met een aantal hydrofoons op de bodem van het Haringvliet. Die meten de magnetische straling van de scheepsrompen. De schepen zelf demagnetiseren hun rompen. Omdat de installatie op de wal slechts meet, is de Raad van State het met de gemeente Middelharnis eens dat daarvoor geen strenge milieuvergunning nodig is.
Ooit heeft Kadeweg bv zijn grond aan defensie willen verkopen, maar die wilde volgens de advocaat destijds niet meer dan 1 gulden per vierkante meter bieden, en dat bod wees het bedrijf af. Overigens gaat het om de enige demagnetiseerinstallatie van Nederland.